Nigel Short geeft les aan Belgische topjeugd
Hoog bezoek gisteren in ons Mortsel. Nigel Short was het kanaal overgevlogen om hier een lezing/les te komen geven aan de sterkere Belgische jeugdspelers. Short besprak er zijn carrière, zijn visie op schaken en schaakopleidingen en besprak met de toeschouwers ook enkele stellingen. Schaakfabriek brengt enkele audiofragmenten uit zijn lezing…
“Ga tegen de stroom in”
De Schaakfabriek-redactie was enigszins verrast toen Promotie Jeugdschaak Vlaanderen met het nieuws uitpakte dat ze een wel heel bijzondere leraar hadden gestrikt voor een namiddagsessie: dankzij CVWarehouse (die hem als commentator hadden ingehuurd voor de simultaan van Kasparov) werd niemand minder dan Nigel Short bereid gevonden om enkele uurtjes te komen praten voor een groep van Belgische jeugdspelers.
Om het geheel overzichtelijk te houden werd gekozen voor de sterkere Belgische jeugd. Short praatte over zijn carrière (het begon allemaal toen hij op zijn 11de een simultaanpartij won tegen Korchnoi) en ook over zijn visie op het huidige schaken. Short ontkrachtte in zijn typische stijl enkele al even typische cliché’s.
“Topschakers zijn niet allemaal genieën. Sommigen hebben bijvoorbeeld geen uitzonderlijk talent, maar wel een fenomenaal geheugen of de uitzonderlijke kracht om hard te werken. Ik zou een anecdote willen vertellen over Ivanchuk. Vassily speelde op een bepaald moment een reeks partijen tegen Kramnik. Kramnik opende in die tijd altijd met 1. Pf3 en in de eerste 7 partijen reageerde Ivanchuk elke keer op een andere manier. Bij de 8ste partij speelde hij plots terug de variant die hij in zijn eerste partij had gespeeld en in zijn negende de tweede. Hij was in cycli aan het spelen”, vertelde Short zichtbaar geamuseerd.
“Helaas gaat dit niet voor iedereen. Ik zou het niet kunnen. Je moet het maar onthouden, al die verschillende varianten. Wat je ook doet, als je aan de top wil raken moet je er echt constant mee bezig zijn. Een pianist komt er ook niet als hij 1 uur per week les volgt van een geniale pianist. Dag in dag uit moet je er mee bezig zijn. Het zijn serieuze opofferingen. Als je die niet wil doen, geen probleem, maar als je het écht wil maken zal het moeten”, gaf Short een blik op zijn eigen jeugd toen hij geobsedeerd raakte door het spel.
Short pakte nog uit met 2 opmerkelijke boodschappen. De eerste was zijn respect voor schaakliteratuur. “Jongeren spelen te veel met hun computer, dat is noodzakelijk, maar niet voldoende. Ze moeten echt ook schaakliteratuur bekijken om ideëen te krijgen en dies meer.” Beluister het pleidooi hier:
Audio clip: Adobe Flash Player (version 9 or above) is required to play this audio clip. Download the latest version here. You also need to have JavaScript enabled in your browser.
Short ging vervolgens voort over openingen en meer: over mode in de openingen. “Kijk naar het koningsindisch. Kasparov speelt het koningsindisch en iedereen speelt het. Toen stopte Kasparov met die opening en tot vorig jaar speelde geen enkele topspeler die opening nog. Tot Teimour Radjabov vorig jaar 3 partijen won in Wijk Aan Zee met het koningsindisch en nu wordt het weer gespeeld. Het is nooit slecht om tegen de stroom in te gaan, om niet mee te gaan met de andere schapen.” Beluister dit levendige, met schaapimitatie getinte fragment:
Audio clip: Adobe Flash Player (version 9 or above) is required to play this audio clip. Download the latest version here. You also need to have JavaScript enabled in your browser.
De aanwezigen waren over het algemeen erg tevreden over de lezing en vonden het een unieke gebeurtenis om de vice-wereldkampioen tips en inside-informatie te horen geven over het topschaak. Met dank aan Jan Vanhercke voor het audio en beeldmateriaal.
Zoals steeds (althans zo lijkt het toch) word er weer geld gestoken aan de top maar blijven de middenste en onderste regionen weer in de kou staan.
Zo’n te horen was deze lezing van Short best wel te doen voor iedereen (behalve misschien de stelling besprekingen).
M.a.w. een schitterend initiatief maar denk ook eens aan de middenste en onderste regionen en spendeer niet al het geld aan de top.
Ik sluit mij grotendeels aan bij de mening van Johan. Zou er niet beter geld gestoken worden in de opleiding van lesgevers, in de structurele opbouw van een jeugdclub, enz… Momenteel bestaan de meeste clubs uit vrijwilligers die het goed menen met de club maar niet altijd over de juiste knowhow beschikken!
Bij een betere jeugdopleiding krijgt men een grotere groep van degelijke schakers om uiteindelijk te resulteren in méér en betere elite!
Ik denk eerlijk gezegd dat PJV of anderen geen euro in dit evenement hebben moeten steken. Jullie kritiek gaat volgens mij niet op. Misschien dat een van hen dat kan bevestigen, maar ik heb gehoord dat zij Short niets hebben moeten betalen.
Ik denk toch dat Nigel Short in ieder geval toch niet gratis is gekomen. Voor de rest: in België lijkt het toch alsof dat vanuit officiële hoek weinig komt. Een aantal organisaties zoals PJV doet goed hun best maar een jeugdspeler en zijn/haar ouders moeten het toch grotendeels zelf uitzoeken.
Toptalent+werkkracht+passie voor schaken=altijd succes, ook al leef je niet in een land met een grote schaaktraditie. Kijk maar naar Bobby Fischer (die op zijn eentje moest afrekenen met de Sovjetschaakschool) of nu meer recent naar Magnus Carlsen of Fabiano Caruana. Met de huidige mogelijkheden op gebied van informatica moet het ook met zelfstudie lukken volgens mij, al kan coaching door een goede schaaktrainer van grootmeesterniveau natuurlijk nog wat helpen.
Meestal meng ik me niet in dergelijke discussies, alhoewel ik ze meestal wel nuttig vind.
Of het nu geld gekost heeft of niet zijn eigenlijk niemands zaken, buiten die van PJV, SK oude God en onze sponsor.
Als vereniging hebben we ons tot doel gesteld lessen te organiseren voor de jeugd. De mindere goden bedienen doen we niet meer omdat de VSF beslist heeft dat dit nu door de liga’s moet gebeuren. Zelf vind ik dat wel een goed idee; stap 1 in de school, stap 2,3 en 4 in de clubs en stap 5 en 6 op liga niveau. Zelf kan PJV zich dan concentreren op de top.
Economisch is het ook wel een beetje verspillen van middelen als je een Short als lesgever aan iedereen heeft. Zijn tijd is ook beperkt.
Wat de opmerking over leraarsopleiding betreft ben ik volledig akkoord. Wat houdt er je tegen om dit te organiseren. PJV heeft daar echt niet de tijd en de energie voor over om dit erbij te pakken (zie organisatie BJK2008). Indien gewenst kunnen we je de weg wijzen naar de mogelijke lesgevers, en zullen we graag leraars in spe naar die opleiding sturen.
Maar de opmerking nemen we mee in een mogelijks toekomstige aktie, wie weet.
Grappig dat economische redenen worden aangegeven. Als economist moet ik dan altijd eventjes lachen. Ten eerste beslist Short zelf wat hij met zijn tijd doet. Dus de beperking van zijn tijd doet er niet toe. Ten tweede is de hamvraag vanuit economisch standpunt niet wat je doet met die sessie van Short maar met de “middelen” die worden gebruikt om Short aan te trekken.
Nu PJV moet doen wat ze wilt doen en uiteindelijk is het van uit promotioneel standpunt een schitterend zaak. Maar wil België vooruit als schaakland zal het vooral de basis moeten verbreden. En vanuit die optiek snap ik de kritiek wel. PJV concentreert zich op de top van de pyramide maar als de basis niet stevig genoeg is … . Nuja ik vind sowieso dat zoiets niet de zaak is van privéorganisaties maar van officiële instanties.
Positief blijven, jongelui. Ik denk dat dit evenement vooral een signaalfunctie heeft: namelijk dat het best mogelijk is om als amateurvereniging of organisatie met beperkte middelen een topper binnen te halen, zelfs al is het maar voor een korte, geïmproviseerde workshop. Als klein schaakland (en als club) moet je uitkijken naar dergelijke ‘opportunities’ en er blij om zijn. Gebruik ook de knowhow en het netwerk van je eigen clubleden (enig idee wat ze allemaal buiten het schaken doen?). En spring correct om met mogelijke sponsors. Op die manier hebben wij contacten weten te leggen die – haast toevallig – tot het bezoek van Short hebben geleid. Wacht ook niet te zeer op grote initiatieven van koepelorganisaties. Dat zijn immers tot nader order ook maar vrijwilligers.
Ik sluit me aan bij PJV. Enkel de kleine groep van topspelers moeten volgens mij leskrijgen van iemand als Short; op die manier halen ze er meer uit.
Werken met een grote groep haalt het tempo en het niveau sowieso naar beneden, en zwakkere spelers kunnen evenveel bijleren van lesgevers die wat zwakker zijn dan Short.
Natuurlijk moet niet al het geld geïnvesteerd worden in de topjeugd, maar bij mijn weten is dit hier niet aan de orde.