Wirtzfeld pakt de titel, Namen degradeert
4-4 of 16-16. Dat was voldoende voor de grote titelfavoriet Wirtzfeld om de eerste titel te vieren. Met een bijzonder sterke ploeg met onder andere Ivan Sokolov, Daniel Fridman en Mikhail Gurevich werd de doelstelling meer dan gehaald, want in het onderlinge topduel won Wirtzfeld immers met 17-15 van Eynatten. De zeges van Gurevich en Ginsburg gaven de doorslag. In de degradatiestrijd is Namen het slachtoffer geworden. De concurrenten haalden genoeg punten (Crelel, Brugge en Bredene), waardoor Namen volgend jaar in tweede speelt.
In de lagere reeksen waren er eveneens enkele waanzinnige ontknopingen, met het Shakespeariaanse drama van Zottegem op kop. Een uitgebreid verslag…
Ijzersterk Wirtzfeld pakt de kroon
De titelstrijd in eerste kende dit jaar een prachtige climax: een onderling duel tussen de nummers 1 en 2, Wirtzfeld en Eynatten. Bovendien stonden beide kemphanen bijna op gelijke voet. Wirtzfeld had een klein plusje, want kon met een gelijkspel zijn eerste landstitel vieren. Het was dan ook geen toeval dat ploegkapitein Victor Schleck niets aan het toeval overliet en opteerde voor een van zijn sterkst mogelijke opstellingen. Dé aandachtstrekker was Ivan Sokolov, de ijzersterke Nederlander, die onlangs nog gedeeld eerste eindigde in het Europees Kampioenschap. Met Daniel Fridman en Mikhail Gurevich en nog enkele grootmeesters was het plaatje duidelijk: Wirtzfeld moest en zou het kampioenschap winnen. Eynatten op zijn beurt was ook sterk, maar moest Igor Khenkin missen, een van zijn sterkhouders. Met 2566 als gemiddelde was Wirtzfeld dan ook sterker dan de 2497 van Eynatten. Desalniettemin een strijd op het scherpst van de snee.
Zoals zo dikwijls in dergelijke ontmoetingen is de spanning te snijden en dat was ook achter het bord te merken. Enkele kortere remises en enkele partijen waarin de grote risico’s door de spelers vermeden werden, zich bewust van het grote belang van hun inspanning. Drie spelers gingen daar betrekkelijk goed mee om: Gennadij Ginsburg, Mikhail Gurevich en Martijn Dambacher. Dambacher zorgde voor het laastte sprankeltje hoop bij Eynatten door zijn landgenoot Friso Nijboer het nakijken te geven. Die hoop werd al snel de kop ingedrukt door Ginsburg en Gurevich, die Wirtzfeld op een comfortabele 2-1-marge brachten. Eynatten moest winnen, maar het overwicht van Wirtzfeld was iets te duidelijk. 17-15, de eerste titel voor Witzfeld.
Het is een opvallende titel en ook en titel van de comeback: de comeback van de dominantie van de Duitstalige clubs, die vorig jaar het meesterschap van Bredene moesten ondergaan. Voeg daar nog eens de derde plaats van Rochade Eupen aan toe en het is duidelijk waar de sterkste spelers in onze interclubs hun tijd doorbrengen.
Een andere razendspannende aangelegenheid was de degradatiestrijd. Maar liefst vier clubs kwamen nog in aanmerking: Brugge, Luik, Bredene en Namen. De meest opvallende naam in dat rijtje was Bredene, want vorig jaar nog overtuigend kampioen. De blamage van de degradatie wilden ze dan ook koste wat het kost vermijden en dankzij overwinningen van Hovhanisian, Safranska, Donovan en Roofthoofd werd een verzwakt Borgerhout opzij gezet. Bredene gered. Luik had een bonus op de andere ploegen, maar had met Crec Charleroi wel niet de makkelijkste affiche. De ontmoeting bleek echter een maat voor niets, want een beduidend aantal salonremises zorgden ervoor dat Luik voldoende punten vergaarde voor het behoud. Hans Renette bekroonde zijn IM-norm met een zege op Bauduin. Uiteindelijk werd het 4-4 (16-16).
Daardoor bleven nog twee kandidaten over: Brugge en Namen. Twee serieuze kandidaten met een serieuze loting. Namen nam het op tegen Gent en Brugge kreeg het nog sterkere Rochade Eupen op bezoek.
Voor de Westvlamingen viel het mee. Eupen was, behalve de eerste twee borden, verzwakt en op de meeste borden kon een open strijd verwacht worden. Het begin was alvast prima: Frederic Decoster profiteerde van een blunder van Buhr, om in een kleine 20 zetten het eerste punt richting behoud te pakken. Op de andere borden ging het minder vlot. Topscorer Maenhout verloor voor het eerst dit seizoen. Ook Verlinde, Baudeuin en Geirnaert lieten punten liggen. Frederic Verduyn pakte wel de winst, maar remises op de andere borden zorgedn ervoor dat de Bruggelingen met dichtgeknepen benen naar hun achtervolgers uit Namen zaten te kijken.
Namen had zeker de intentie in eerste te blijven en stelde zowel Istratescu (2630) als Alberto (2580) op. De rest van de ploeg werd bevolkt door de gebruikelijke namen, zoals Claesen, Geenen en dergelijke. Op papier was Namen alvast een stuk sterker dan Gent, maar in de praktijk liep het mis. Michiels zette de puntjes van zijn sterke seizoen (en GM-norm) op de i met een remise tegen Istratescu. Op bord 2 stuntte Van der Stricht vervolgens tegen Alberto, waardoor de grootste sterkte van Namen al 1.5-0.5 op het bord kreeg. Het lichte overwicht op de andere borden compenseerde dit deficit, maar een nederlaag van Bolzoni op bord 8 was er te veel aan. Het werd 4-4, niet genoeg voor het behoud. Brugge slaakt een zucht, Namen heeft zijn eindsprint te laat ingezet.
Waanzinnige ontknopingen in tweede en derde
Amay was al langer zeker van de titel in 2B en speelt volgend jaar in eerste. Maar in 2A waren er nog drie kandidaten voor de hoofdprijs: Oostende, Aalter en Jean Jaures. De uitslagen van die match staan nog niet online, daar krijgt u later verslag van.
In derde waren er twee opvallende reeksen. Het meest dramatische einde kende 3C. In die reeks leek het jonge Zottegem zegezeker, zeker toen Wetteren gemiddeld 150 elopunten zwakker bleek. Bovendien had Zottegem genoeg aan een zege om te winnen. Dat kon niet meer misgaan. Zeker toen Adrian Roos zorgde voor een puntendeling op het enige “zwakkere” bord, maar de andere Zottegemnaren kregen de klus niet geklaard. De Schampheleire won nog, maar Verschoren, David Roos, Ghyselen en Mannaert slaagden er niet in om hun elovoordeel uit te buiten. Geen van de vier won, meer zelfs, Roos en Ghyselen verloren tegen twee 1500’s. Een ongelooflijk scenario, maar eigenlijk was er nog niets aan de hand. Wachtebeke kreeg immers wél een ijzersterke ploeg tegen. Met 2142 was KGSRL 4 de sterkste ploeg in de reeks deze ronde en Wachtebeke moést winnen om nog over Zottegem te gaan, zelfs al hadden die verloren. Het elo-overwicht van Gent werd echter niet uitgebuit en ministunts van De Leur en Sinke zorgden samen met een overwinning van Van Vliet voor een 11-13 zege. Daardoor wipt Wachtebeke met 1 punt over Zottegem naar tweede nationale. Een zelden geziene ontknoping.
Ook in 3D was het spannend, want Geel en Mechelen speelden een onderling duel voor de titel. Geel moest winnen, maar simpel was het niet, want Mechelen had de kansen. Het mocht niet baten voor de Mechelaars en voor het tweede jaar op rij werd het tweede. Geel won met 13-11 en springt naast Mechelen, maar heeft een matchpunt meer. Geel naar tweede.
U kan alle uitslagen bekijken op de site van de Bond en alle partijen uit eerste vindt u terug op de interclubsite, die al jaren trouwe dienst uitmaakt.
We verwijzen u graag door naar de Interclubsite, waar de partijen uit eerste alvast na te spelen zijn.
De overlap examens met ic voor clubs met veel jeugdspelers is een echte afknapper als hierdoor net een promotie mislopen wordt of nog erger een degradatie veroorzaakt wordt. 1 ronde missen kan als gevolg hebben dat je volgend jaar opnieuw 10 ronden tegen spelers van een lager niveau moet spelen.
Ik verwacht niet dat de bond iets kan/zal doen hiervoor. Zoals eerder vermeld, bestaat een ideale ic planning niet. Daarom denk ik dat de clubs met dit probleem zelf moeten trachten een oplossing uit te dokteren. Die oplossingen zijn er wel als je een beetje creatief bent en durft de handen uit de mouwen te steken.
Bv. Je weet op voorhand dat in 1 bepaalde ronde een groot eloverlies in ploegopstelling zal betekenen. Daar matchpunten nu zullen doorwegen zal dit nog kritieker zijn voor een promotie. Ik stel voor om enkele externe reservespelers voor die ene wedstrijd op te trommelen. Dit is vrij eenvoudig, je contacteert enkele vrije(buitenlandse) spelers en je vraagt of ze op de ic-clublijst willen staan en 1 keer willen meespelen voor een kleine vergoeding. Het nodige geld hiervoor kan gemakkelijk verkregen worden met een pannekoekenfestijn, kaas en wijnavond,mosselsoupe, ….
Voor sommige spelers kan het trouwens ook soelaas brengen om een topsportstatuut aan te vragen, of ruimschoots op voorhand aan de school te vragen om enige inspraak in de examenplanning, evt. een examen op een latere datum maken, etc…
Als je bijvoorbeeld Belgisch, Vlaams of misschien zelfs provinciaal kampioen bent heb je al iets om je vraag enige kracht bij te zetten. Krantenknipsels kunnen ook goed zijn. Scholen zetten doorgaans hun geëngageerde leerlingen graag een beetje in de kijker. En schaken… heeft altijd al een positief imago gehad.
Spelers in 1e klasse krijgen het statuut normaliter zonder problemen.
@ Rob & Brabo:
Jullie ideeën over ’n topsportstatuut hebben nog wel iets, maar ik vrees alleen wat voor de realiteit: je mag ook de reacties van medeleerlingen en leerkrachten niet onderschatten: je gaat dan wel een situatie schapen waar de een net iets meer mag dan de ander, en dat zorgt meestal voor ’n conflict. Los daarvan vind ik het wel ’n degelijke oplossing die moet renderen. Misschien moet dit eens nader bekeken worden 🙂
@Wim: Hopelijk neem je “Paasexamens (als die nog bestaan) en blok. De universiteitsstudenten danken u hiervoor.” niet serieus. April & mei zijn best doenbaar. Ook in december en januari is er blok. Het gaat er om dat het in de examenperiode valt dacht ik, niet zozeer over de blok. Zelf kan ik dan ook wel met een paar zaken naar boven komen: ik werk 1/2 weekends, ik vind dat de interclub in de weekends moet vallen dat ik niet werk. Nou jij weer… *seigh*
2keer 2 rondes na elkaar en nog altijd 2 januari ronden, plotseling overgaan op matchpunten.
de bond is weer goed bezig precies :p
‘grootmeester’ Ab, kan jij misschien soelaas bieden? 😀
neen, ik ben meer van het mopperen dan van het constructief oplossingen bedenken mijn beste samoe 😉
Kan iemand mij uitleggen wat het probleem zou zijn indien we één ronde minder spelen in Januari, en de interclub laten doorlopen tot begin april?
Ik ben geen voorstander voor een ronde in december, want met kerst en oudejaar, is december eigenlijk maar een halve maand. Examens in het middelbaar beginnen al in de eerste week van december.
Maar het is inderdaad een kwestie van prioriteiten stellen. Niet alleen voor jeugdspelers maar ook voor de bond. Wat helpt het Belgisch schaken het meest vooruit? Ploegen die met subsidies van de Duitstalige gemeenschap hun ploegen volsteken met Oost-europese grootmeesters, of ploegen die jeugdschakers opleiden, en met ‘eigen kweek’ meespelen in de interclub?
Beste speelers :
General :
1. WINANTS LUC 2540 7.5/9
MAENHOUT THIBAUT 2284 7.5/9
HUESMANN THOMAS 2255 7.5/10
DONOVAN LINTON 2250 7.5/11
Bord 1 :
1. DUTREEUW MARC 2404 6/10
2. GHARAMIAN TIGRAN 2560 5/7
MICHIELS BART 2429 5/8
Bord 2 :
1. DOCX STEFAN 2385 5.5/9
2. VAN DER STRICHT GEERT 2425 5/8
3. HOVHANISIAN MHER 2487 4.5/7
HAUSRATH DANIEL 2491 4.5/5
Bord 3 :
1. WEMMERS XANDER 2384 5/8
2. PERGERICHT DANIEL 2297 3.5/9
3. CEKRO EKREM 2418 3/6
RIS ROBERT 2415 3/5
Bord 4 :
1. PICEU TOM 2348 5.5/7
2. RENETTE HANS 2309 3/5
3. BERTREM STIJN 2303 2.5/7
FIEBIG THOMAS 2405 2.5/6
LEMMERS OSCAR 2388 2.5/5
Bord 5 :
1. VANDENBUSSCHE THIBAUT 2315 4/5
2. RENETTE HANS 2309 3/3
3. WINANTS LUC 2540 2.5/3
WILLEMZE THOMAS 2398 2.5/3
AHN MARTIN 2350 2.5/5
VEDDER RICHARD 2324 2.5/4
ZHANG TONY 2290 2,5/5
MAENHOUT THIBAUT 2284 2.5/3
Bord 6 :
1. MAENHOUT THIBAUT 2284 5/6
2. SCHEBLER GERHARD 2453 4/5
3. JENS JELMER 2397 3/3
MEESSEN RUDOLF 2325 3/3
Bord 7 :
1. HUESMANN THOMAS 2255 3,5/4
ROEDER MATTHIAS 2451 3.5/4
BOTH ERIK 2216 3.5/4
Bord 8 :
1. DAL BORGO ALBIN 2196 4/5
2. BOGOEVSKI JANI 2285 3.5/6
VERDUYN FREDERIC 2225 3.5/6
@Jan: De Duitstalige subsidies zorgen er wel voor dat onze competitie sterker wordt. Dit zorgt voor de doorgestroomde jeugdspelers voor een uitstekende uitdaging, iets wat we ook niet mogen vergeten. Er zijn genoeg Belgen en Nederlanders tot 2200 die gratis willen spelen, maar daarboven zijn ze (zeker gratis) al dun gezaaid en buitenlanders kosten bijna steeds geld (al zijn het maar vervoerskosten).
Er heerst dus een zekere dynamiek tussen de twee groepen die je aanhaalt. Zonder de Duitstalige ploegen zou onze competitie een pak minder sterk zijn…
En waarom niet twee rondes op een weekend, een op zaterdag en een op zondag. Maakt heel wat weekends vrij om te studeren, feesten, werken, etc….
Komt ook een stuk goedkoper uit in transport kosten voor de buitenlandse spelers, alhoewel ze dan wel een hotel zullen verwachten natuurlijk….
Stom idee, zeker ?
en dan terzelfdertijd als de buitenlandse competitie dagen. Lost onmiddelijk een pak andere problemen op, niet ?
Tot op een zekere hoogte ben ik het daar wel mee eens, maar hoe meer van dat soort ploegen, hoe minder plaats er is voor diezelfde jeugdspelers.
Als het aan dit tempo door blijft gaan houden we straks bijna alleen ploegen vol buitenlandse GMs over, dan kunnen alle sterke belgen elkaar gezellig in 2e bekampen…
@Goendi: Ik zou degenen die er in Mei “nog aan moeten beginnen” nochtangs geen eten willen geven. Nu ja, die zoeken het natuurlijk zelf en verdienen dus ook geen medelijden. Het doet er dus niet toe in deze discussie. Maar zelf zie ik mei om een andere reden niet zitten: als het goed weer is breng ik mijn vrije tijd toch veel liever met de familie door. Anderen mogen rustig schaken, en hebben daar in die periode toernooitjes genoeg voor.
@Ab: je hebt volop gelijk, maar ik zie niet echt het probleem met gesponsorde sterke spelers in hogere afdeling. Wat me wel stoort is de opkomst met de regelmaat van de klok van “sponsors” die een rits IM’s en GM’s aantrekken om de lift aan te zwengelen van een club in de lagere afdelingen. Maar zelfs dat loopt meermaals mis, waardoor we met het nodige leedvermaak ploegen kunnen terugstampen. Kortom, geld in het schaken heeft ook twee kanten, waardoor ik toch eerder glimlachend vanop de zijlijn toekijk.
nu heb ik niks tegen ploegen die met geld gooien maar als het op geraakt is het toch niet fraai. Dan zie je al de ploegen van die club afzien in de seizoenen erna totdat ze terug op hun niveau spelen. Als gewone clubspeler moet je dan toch wel even vloeken denk ik dan.
Meer plaats voor de jeugd, dat is allemaal wel mooi, maar hoeveel van die jeugd blijkt 5 jaar later nog te schaken. Verder denk ik dat ook de jeugd liever tegen 2400 of 2500 ELO speelt dan tegen 2000.Zoals de meeste schakers speel ik ook liever tegen iemand van 1900 dan iemand van 1500.
In 2e/3e afdeling zie je genoeg mensen van ca.2300 ELO spelen, bij sommige clubs worden die maar sporadisch ingezet, maar als ze opgesteld worden kun je ook spreken van competitievervalsing en zo kun je doorgaan.
Als clubs geld hebben des te beter voor hen, als het geld opgeraakt dan moeten zij ook de tering naar de nering zetten.
@Wim: dat je mei liever elders doorbrengt is jouw keuze… Ik breng evengoed december liever elders door, en toch ga ik schaken. Als ik echter zou moeten werken, dan kan ik er al minder makkelijk onderuit… Dus als studenten moeten studeren, dan snap ik best dat men daar rekening mee houdt.
Vind overigens dat het argument dat je mei liever elders doorbrengt geen steek houden… Een student zal dat ongetwijfeld ook doen als die moet blokken, maar als je verplichtingen hebt moet je die nakomen. Dat zou je als volwassene nu toch al wel moeten weten niet?
@Goendi: als ik je commentaar herlees concludeer ik dat ik mijn wensen niet kenbaar mag maken omdat ik een volwassene ben. Met zulke betuttelende taal ben je aan het verkeerde kraam, man. Het ga je goed.
Ik werk één weekend op twee en ga in november vier weken op reis. Kan er daar rekening mee gehouden worden, aub?
nee, serieus. Voor het ic-seizoen weten de clubs hoeveel spelers ze hebben en wanneer ze ongeveer (niet) opgesteld kunnen worden. Als men rekening houdt met de probleemdagen, weet men toch hoeveel ploegen men kan opstellen. Liever een ploeg minder opstellen, dan te krap rekenen.
April (en mei) zou inderdaad ook een goede oplossing zijn. Hoe lossen de voetballers en (veld)rijders dit probleem op?
Men praat hier nu wel gezellig over april (mei) als verlenning van de interclub maar men vergeet dat er dan al veel 1-dagstornooien zijn van clubs voor wie dat tornooi de enigste vorm van inkomsten zijn tijdens het jaar. Gaat men nu deze clubs hun tornooien zomaar afschieten omdat de jeugd examens heeft in december en men dus omwille van de jeugd maar interclub gaan spelen in april (mei)?
Trouwens, in april is het meestal paasvakantie en gaan vele mensen nogeens op reis naar het buitenland. Hoe gaat men deze mensen vervangen?
Hoe meer ik dit allemaal lees te meer de schrik mij om het hart slaat dat de interclub een competitie gaat worden waar men 1 keer de maand gaat spelen (behalve dan in december want dan heeft de jeugd examens).
enig realisme aub
het overgrote deel clubs met jeugdwerking houden wel degelijk rekening met examens en kunnen dit relatief eenvoudig aan (kwalitatief als kwantitatief). blijven dus maximaal een handvol clubs over (diegenen die enkel op jeugd mikken).
moet je voor die paar clubs de kalender volledig omgooien of zouden deze clubs niet beter intern zorgen dat ze wel voldoende vervangers hebben?
Iedereen wil zo veel mogelijk spelen maar jammer genoeg zijn er tientallen redenen waarom je al eens een wedstrijd moet laten schieten (examen is er 1 van).
weinig aan te doen maar rekening gaan houden met elke belangengroep is echt geen optie.