Ja, ik schaak. En dan?

Sarah Dierckens schrijft maandelijks een column over het wel en wee in onze schaakwereld. Vandaag gaat het over… stereotiepen.

Als puber heb ik een tijdje naar ‘Popular’ gekeken, zo’n typische Amerikaanse tienerserie op VT4 waar je in de vooravond, als het een beetje meeviel tijdens het 7 uur journaal, gedachteloos naar kon liggen staren. Een serie over grote tieneronderwerpen als liefjes, populariteit, vrienden, liefjes, ouders, liefjes, en op een dag – ik sprong een figuurlijk gat in de lucht – was er sprake van een schaakclubje…

Over stereotiepen gesproken…

Stereotiepen zullen er altijd bestaan, maar stereotieper dan dat schaakclubje in die serie, daar zul je al moeite voor moeten doen. Kleren naar alle waarschijnlijkheid gekocht door de mama (al moet het gezegd, een mama met een serieus gebrek aan smaak) en ’s morgens klaargelegd door het blinde broertje, een wereldvreemde blik die van achter grote, onelegante brilglazen naar een punt staart dat overal behalve in de buurt van de gesprekspartner kan liggen, kapsels waarover we maar zullen zwijgen, en een gevoel voor humor (die met de beste wil ter wereld geen humor kan worden genoemd) dat voor een teveel aan akelige lachsalvo’s zorgde.

U begrijpt waarschijnlijk wel dat de titel van het programma niet op dit gezelschap sloeg? Het gat in de lucht werd algauw weer een gat op de zetel, en de dag erna klonken in de woonkamer weer berichten over oorlog en politici en oudste mensen van België die vredig in hun slaap waren heengegaan en nieuwe oudste mensen van België die ons als tip meegaven dat zij elke dag een reep chocolade naar binnen speelden.

Zo worden wij, schakers, maar al te vaak voorgesteld in films en series. We zouden het liever anders zien. Echter, waar rook is, is vuur, wordt vaak beweerd, en dus is het misschien geen slecht idee om onszelf eens een spiegel voor te houden.

Het echte leven is natuurlijk niet zo eenzijdig als een goedkope tienerserie. We zouden kunnen stellen dat er evenveel soorten schakers zijn als dat er spelers zijn, maar laat dat u in geen geval beletten om eens de hand in eigen boezem te steken en uzelf na een flinke portie zelfreflectie in één van onderstaande categorieën onder te brengen; misschien een ideetje voor extra nevenklassementen op de zomertornooien?

We laten de nerds de spits afbijten, iets wat ze zelden of nooit doen. Herkent u zich min of meer in het hierboven geschetste beeld, dan voelt u nu waarschijnlijk het angstzweet al uitbreken. U draagt een bril, wellicht omdat u zonder heel moeilijk in de gaten kunt houden of het uw beurt is of die van de tegenstander, wanneer u de partijen volledig in u opnemend de speelzaal doorslentert. U bent heel dankbaar als uw tegenstander na de partij nog even wil analyseren, want soms snakt u wel naar sociaal contact – uw papegaai vertikt het om te leren spreken. Helaas, het nakeuvelen beperkt zich zo goed als altijd tot schaaktechnische details, want uw tegenstanders verkeren net als u meestal in de hogere regionen van het klassement.

Die regionen waarin een amoureuze partner overbodige luxe is, om niet te zeggen een blok aan uw been. Hoe zou zij u immers ooit zo goed kunnen verstaan als uw schaakkompanen, waarbij u vaak aan één woord genoeg hebt om een hele partij op te roepen? Omdat u dus toch niet op zoek bent, vindt u het ook tijd- en energieverspilling om u zorgen te maken over uw ‘look’. Een trui is een trui en een broek is een broek, lang in de winter en kort in de zomer. ’s Zomers draagt u sandalen want voor schoenen is het te warm, maar uw kousen – witter dan wit – zijn heilig en sieren de onderste helft van uw kuiten. Het t-shirt dat u op dit of dat tornooi gratis hebt gekregen, is het pronkstuk van uw outfit. Uw hobby’s? Schaken. Uw beroep: iets met wiskunde of informatica. Uw lievelingsdrank? Koffie.

Een categorie waar we niet zomaar aan voorbij mogen gaan, is die van de stille muis, al hadden de desbetreffende spelers misschien liever gehad dat we hen eventjes uit het oog waren verloren. De stille muis is blij dat hij schaakt, omdat hij er enkel dan in slaagt om in een tête-à-têtepositie te zitten met een ander menselijk wezen. Rondlopen is niet aan hem besteed; als zijn stoel leeg is, kan je hem op het toilet terugvinden, al is het niet zijn bedoeling dat je hem zoekt. Ons muisje kleedt zich met smaak; sokken in sandalen zijn net iets te opvallend, als je het hem vraagt. Aangezien hij rondloopt noch opkijkt, zijn zijn resultaten benijdenswaardig. Tornooien winnen is echter niet aan hem besteed, maar dat vindt hij niet erg, want podiumvrees is hem niet vreemd. Het geheim van zijn Poulidorgehalte? Wanneer de mat nadert, worden de zenuwen ons muisje te veel. Zijn angst betreft niet het resultaat van de partij, maar wel de gevreesde woorden die zijn tegenstander tijdens het rechtzetten van de stukken wel eens zou kunnen uitspreken: “Wil je analyseren?” Zijn hobby: lezen. Zijn beroep: archivaris. Zijn lievelingsdrank: kraantjeswater.

“Bullshit”, denk je nu? Zo zit jij helemaal niet in elkaar? Misschien ben jij dan wel eerder de sex, drugs ‘nd chess’er. Als er een tornooi is, ben je er als de kippen bij om de bar uit te testen. De barvrouw is dan ook altijd de eerste die je de hand schudt, en aanmelden is iets waar je pas aan denkt nadat je je portefeuille hebt uitgehaald om haar je eerste pintje te betalen. Je vloekt hard op de nieuwe fide-regel die gebiedt dat je klokslag beginuur aan je bord zit, want als je ergens niet graag zit, is het daar wel. Wie je zoekt, denkt pas in de laatste plaats aan je plaats. Meestal heeft hij je al veel eerder gevonden, op je geliefde barkruk of buiten terwijl je staat te paffen, of ergens tussenin, socialisend terwijl je om de vijf stappen je broek optrekt en je schoenen dreigt te verliezen.

Bier Over je resultaten is het moeilijk me uit te spreken; misschien speel je, al dan niet door de geestesverruimende invloed van de middelen die je tot je neemt, iedereen naar huis, of misschien is het vergif van de vorige avond nog niet uit je lichaam verdwenen en houd je je meer bezig met het stuk uit je kraag dan met de stukken op je bord. Ochtendrondes zijn in geen geval aan jou besteed; laat-avondanalyses zijn dan weer helemaal jouw ding. Vooral wanneer de notitieblaadjes plaats maken voor bier en de après-chess in de vorm van een potje bierschaak begint. Je hobby? Feestjes! Je beroep: student, zo lang mogelijk. Je lievelingsdrank? E duuveltjen.

Mannen blijven natuurlijk mannen, en schaken zou geen ventensport zijn als in ons midden niet ook het type van de rokkenjager zich zou bevinden. Ook de rokkenjager is vaak aan de bar te vinden, aangezien zich achter die toog veelal de helft van het vrouwelijk schoon verschuilt. Aan zijn bord zit hij alleen wanneer dat een strategisch ideale plaats is om een meisje te observeren. Van veel concentratie kan er duidelijk geen sprake zijn, en maar al te graag grijpt de rokkenjager dit aan als excuus voor zijn veelal abominabele resultaten. Wij weten echter beter; veel intelligentie (en om te schaken kan een minimum aan intelligentie geen kwaad) hoeft een wezen niet te bezitten om te beseffen dat schaaktornooien niet echt de plaats zijn om op jacht te gaan. Om elkeen de kans te geven om in het schaken zijn prooi te vinden, moet de harem van een schakende vrouw meer mannen tellen dan dat een schaakbord velden telt. Bovendien, zoals de gokchinees ook al aangaf, zijn vrouwen allesbehalve prestatiebevorderend – al lijkt Adrian Roos soms de uitzondering die de regel bevestigt.

Zelfs als een grove blunder (“een mens kan niet constant geconcentreerd zijn hé”) een abrupt einde aan zijn nog niet tot in een interessante fase gevorderde partij gemaakt heeft, vind je de rokkenjager nog uren aan de analysetafel; hoe langer hij blijft plakken, hoe groter de kans dat hij met zijn vanmorgen nog gestreken hemdje indruk maakt op één van de aanwezige dames – als de barvrouw hem op vriendelijke maar uitdrukkelijke wijze verzoekt om haar nu toch maar eens te laten afsluiten, is hij in één klap al zijn nederlagen vergeten. Zijn hobby: strandwandelingen bij stralende zon. Zijn beroep? Iets waar je een secretaresse voor nodig hebt. En een poetsvrouw, als het even kan. Zijn lievelingsdrank? Whatever she gets.

Uiteindelijk heb je ook nog de schakende vrouw. Aangezien vrouwen toch duidelijk niet voor het schaakspel gemaakt zijn, kan er maar één reden zijn waarom wij ons met het schaakspel bezig houden: om een man aan de haak te slaan. Hoera voor de rokkenjagers! Bijgevolg zijn we stuk voor stuk mannenverslindsters. Gewapend met een decolleté kijken we meer in de ogen van onze tegenstander dan naar de stukken op ons bord. Niet te verwonderen dus dat we vaak in de onderste regionen van het klassement terug te vinden zijn. Het wordt zo vaak gezegd, maar het is een waarheid als een koe: verliezen van een vrouw is een schande! In de zaal rondparaderen doen wij om de mannen te keuren en opdat iedereen ons nieuwe rokje gezien en onze nieuwe naaldhakken gehoord zou hebben. Onze hobby? Mascara opdoen. Ons beroep? Iets met veel mannen. Onze lievelingsdrank? Warm water met planten in.

Ja, ik schaak. En dan?

  1. Stijn D
    Stijn D17-06-2009

    Schitterend… as usual!

  2. Chessmaster
    Chessmaster18-06-2009

    Simply amazing!

  3. Tom Vananderoye
    Tom Vananderoye18-06-2009

    Ik vind hem toch iets minder dan de eerdere columns. Het is beter geschreven dan gemiddeld maar zulke omschrijvingen van de verschillende type spelers heb ik al een aantal keren gelezen.

  4. Oscar
    Oscar18-06-2009

    De tweede foto werd duidelijk in Wirtzfeld getrokken. Er zijn verschillende aanwijzingen lol

  5. Oscar
    Oscar18-06-2009

    Excuus. Ik bedoelde uiteraard de derde foto lol

  6. Theo
    Theo18-06-2009

    Zzzzzzz….
    Ik ben het eens met Tom. Het is maar een hoop gelul. Maar goed, dat is dus net het schrijverschap, denk ik. Neem nu Brusselmans: die lult gewoon boeken vol van voor naar achter, van onder naar boven! En toch lees je geboeid verder en op het einde van het boek vraag je jezelf af:”…euh….. what the!?”
    Maar het is entertainment, vermoedelijk.
    Inhoudelijk? Tjaaaa….
    Proza is meestal maar wat rond de pot draaien, zeker? 😉

    Maar toch altijd leuk om zoiets als dit te lezen als versnapering. Licht verteerbaar, zoals TV. En over schaken, dus da’s ook mooi meegenomen! 🙂

  7. Yen
    Yen18-06-2009

    Hmm, aan de commentaren te zien, zijn er nog wel andere soorten schakers 😉

  8. Mrxjn
    Mrxjn18-06-2009

    nice 🙂

    Your comment was a bit too short. Please go back and try again.

    bij deze.

  9. Jan Lagrain
    Jan Lagrain18-06-2009

    Dat vind ik eigenlijk net zo leuk aan columns en het schrijverschap: een hoop gelul, maar wel gelul waar een mens zich geweldig mee kan amuseren. Ik heb echt genoten van de manier waarop het verwoord is: “Een trui is een trui en een broek is een broek, lang in de winter en kort in de zomer” kan zo in een liedjestekst komen en “want soms snakt u wel naar sociaal contact – uw papegaai vertikt het om te leren spreken.” en zo vind ik eigenlijk heel het artikel treffend verwoord. Je kan je zo inbeelden wat of wie ze bedoelt en das niet zo makkelijk als het lijkt.

    Inhoud is bovendien relatief. Als ik zie wat er op sommige jobs of in sommige studies wordt afgeluld over zogezegd “diepzinnige” onderwerpen.

  10. Gilles
    Gilles18-06-2009

    Het zinnetje van de broeken vond ik ook prachtig. En deze was ook goed: “Zijn lievelingsdrank? Whatever she gets”
    Los daarvan vond ik de vorige columns inhoudelijk ook wel interessanter, maar dat maakt deze niet per se slechter.

  11. volgjeneus
    volgjeneus18-06-2009

    Om eerlijk te zijn, ik begrijp wel wat jullie bedoelen. Bij het schrijven dacht ik zelf ook wel af en toe: dit lijkt wel een Facebook-testje…
    Maar het publiek is gemengd en ik heb ook al van iemand te horen gekregen dat hij blij is dat het deze maand weer beter is dan vorige maand. Je kunt nooit iedereen tevreden stellen natuurlijk, volgende keer zijn de meningen misschien omgedraaid.

    Alleen hierover ben ik het niet eens:
    “Het is maar een hoop gelul. Maar goed, dat is dus net het schrijverschap, denk ik.”
    Het is net de kunst van het schrijverschap om in die hoop gelul iets te verstoppen dat minder gelul is (of Brusselmans daarin slaagt, daar ga ik mij nu eens wijselijk niet over uitspreken). De kunst van de lezer is het echter om het zinnige van het gelul te onderscheiden, en van het ene wijzer te worden en van het andere gewoon te genieten.

  12. GastonDeBom
    GastonDeBom18-06-2009

    Kzeg nu niks e ma je slaat de nagel op de kop. Ik ga vanaf nu elke schaker in een categorie plaatsen!

  13. Joris Pelemans
    Joris Pelemans18-06-2009

    Sterke vooruitgang in schrijfstijl, vind ik persoonlijk, en daardoor beter dan de vorige, ondanks het wat “lichtere” onderwerp.

  14. Jan Lagrain
    Jan Lagrain18-06-2009

    Het wordt hier straks nog een discussie over literatuur 🙂

    Maar natuurlijk heeft Sarah gelijk.

  15. Tom Vananderoye
    Tom Vananderoye19-06-2009

    Het was dan ook maar een persoonlijke mening. Ik ben altijd al wat meer op de inhoud gefocust geweest dan op de vorm.

  16. David Roos
    David Roos19-06-2009

    Alweer een prachtige

  17. David Roos
    David Roos19-06-2009

    alweer een prachtige column!

  18. walter
    walter19-06-2009

    Een volle zaal ziet het hier elke week:hoe mooier Evy wordt ,hoe beter den Adriaan schaakt!:-)volgende woensdag speelt hij in de laatste ronde(9)voor de 1ste plaats in ons Ajuinentornooi! http://www.pionaalst.be/

  19. dorian
    dorian19-06-2009

    ze kan in de krant gaan werken 😉

Geef een reactie

Je moet aangemeld zijn om een reactie te geven.