Vrouwenschaak (deel 1)

StefanovaVorige maand stond de Franse schaakwereld in het teken van het Frans kampioenschap, en meer dan anders waren de ogen er gevestigd op de vrouwen in het tornooi. De National Féminin is van 12 naar 6 deelneemsters geëvolueerd, om de homogeneïteit, en zo ook de kwaliteit, te bevorderen.

Een goede zaak, daar lijken de Fransen vrij unaniem over te zijn. Veel minder lovend zijn de reacties op dat nieuwe fenomeen, de Accession Féminin, een reeks die in het leven is geroepen als selectiecriterium: de winnares mag het jaar nadien meespelen in de topreeks…

Toch maar vrouwen?

Klinkt als een goed initiatief; het vrouwenschaak wordt gestimuleerd. Iedereen tevreden, zou je denken. Maar dat is zonder de subtoppers gerekend. Waar zij vorig jaar nog (en vaak met succes, denken we maar aan Pauline Guichard, die zich enkele jaren geleden als één van de laagst geklasseerden een weg naar het podium walste in wat het kampioenschap van haar grote doorbraak was, en sindsdien, nu hoger geklasseerd, een vaste waarde op dat podium lijkt.) de kans kregen om zich te meten met de allersterksten in de prestigieuze National F-reeks, worden zij nu gedegradeerd naar een reeks zonder enig prestige, waar velen op neerkijken omdat het “toch maar vrouwen zijn” en waar ze het, plots tegen wil en dank tot favoriet gebombardeerd, tegen zwakkere dames moeten opnemen.

Zij worden voor het dilemma geplaatst: spelen ze, gelokt door kost en inwoon, een niet-uitdagend tornooi met kans op plaatsing en een fikse som geld (het prijzengeld van de Accession F bedraagt maar liefst 2000€, voor een reeks van 12 speelsters), of kiezen ze voor de Open A-reeks, volledig op eigen kosten, met heel wat minder kansen maar met meer kwalitatieve partijen? Ik ben heel blij om te zien dat heel wat subtoppers hun kapitalistische idealen aan de kant geschoven hebben en voor de tweede optie gekozen hebben. En dat ze in die A-reeks toch op de hoogste borden meespeelden.

MuzychukEigenlijk is wat zich dit jaar in Frankrijk afspeelt te vergelijken met de vrouwenreeks in het Belgisch Kampioenschap. Een reeks van een belachelijk laag niveau, maar wat is de organisatie trots wanneer de quota gehaald zijn. Inderdaad, voor de mindere goden onder de dames is zo’n tornooi een ideale gelegenheid om ook eens kans te maken op een 50%-score.

Maar wat met 1800+ers (want, geven we toe, dat zijn de subtoppers in het Belgische vrouwenschaakwereldje, ook al zijn zij zo’n 400 punten lager geklasseerd dan hun pendanten bij de zuiderburen)? Kiezen zij voor de materiële winst (aanzienlijke geldprijzen, de titel), of voor de kwalitatieve winst (de ervaring die zij opdoen in de open reeks)? Ikzelf ontvluchtte de voorbije jaren dat dilemma en zocht me gewoon een ander tornooi om op dat moment te spelen. Daarom vond ik het leuk om te horen dat de vrouwen dit jaar allen in de open reeks meestreden. Zo krijg je een eerlijke materiële winnares en allemaal kwalitatieve winnaresjes.

Het is moeilijk, ik weet het, om goed te doen. Vrouwen in het schaken, wat moét je ermee? Ze fleuren het schaaktoneel wat op, daarover zijn we het waarschijnlijk allemaal wel eens. We willen ze dus in geen geval kwijt. In tegendeel, er zouden er wel wat meer mogen zijn. En dát is wat organisatoren proberen te bereiken door aparte vrouwentornooien in te voeren en door speciale prijzen voor rokkendragers uit te delen. Die prijzen zijn inderdaad een goede stimulans, en er zijn wel degelijk meisjes die doordat zij de beste zijn/kunnen zijn, het schaken verkiezen boven hun andere hobby, die zij misschien objectief gezien wel even leuk vinden – als je objectiviteit en leuk vinden überhaupt al in één zin kunt vernoemen.

LahnoAls ik er even bij stilsta, ben ik zelf misschien wel één van die meisjes. Ik herinner mij een periode dat ik het schaakspel niet zo interessant meer vond – ik had het zo’n beetje gehad. De passie die ik sinds een vijftal jaren weer voor de schaaksport voel, want passie is het woord waarmee je dat gevoel moet beschrijven dat zich uit m’n ogen afleest, die als het over schaken gaat, blinken zoals ze daarnaast enkel blinken als ik over mijn geliefde spreek, die in de loop der jaren al enkele keren van naam is veranderd, in tegenstelling tot het edele spel dat je dus met een idee gepikt van John Miles, mijn eerste en waarschijnlijk ook mijn laatste liefde kunt noemen, die passie heeft zich in mij genesteld op één van mijn internationale tornooien – ik geloof dat het het wereldkampioenschap op Kreta was. Was ik geen meisje geweest, ik had tot op de dag van vandaag nog nooit een voet op Kreta gezet, laat ons daar eerlijk in zijn.

Het is helaas een mes dat aan twee kanten snijdt. Meisjes worden door die extra prijzen dan misschien gestimuleerd om te blijven spelen, veel minder worden ze erdoor te gestimuleerd om beter te spelen. De beker die ze mee naar huis neemt, zet het meisje al gemakkelijk aan om op haar lauweren te rusten.

Ze is bij wijze van spreken blind voor de plaatsen die ze jaar na jaar achteruit bolt in het algemeen klassement; zolang ze op het einde van het tornooi met een beker (voor eerste, tweede of derde plaats) of een geldprijs (ook voor enkele lagere plaatsen) op het podium verschijnt, is ze goed. En ja, slecht is ze niet, relatief gezien, want ze is nu eenmaal eerste, tweede, derde of een beetje lager van België, maar ze laat zich door vaak veel minder getalenteerde jongens voorbijsteken, die wél moeten knokken om het gevoel te hebben dat ze kunnen schaken. Met als gevolg dat je overal hoort waaien dat “meisjes niet kunnen schaken”…

Deel 2 volgt erg snel.

  1. David Roos
    David Roos08-10-2009

    Alweer een prachtig stuk. Vooral

    “Zij worden voor het dilemma geplaatst: spelen ze, gelokt door kost en inwoon, een niet-uitdagend tornooi met kans op plaatsing en een fikse som geld (het prijzengeld van de Accession F bedraagt maar liefst 2000€, voor een reeks van 12 speelsters), of kiezen ze voor de Open A-reeks, volledig op eigen kosten, met heel wat minder kansen maar met meer kwalitatieve partijen? Ik ben heel blij om te zien dat heel wat subtoppers hun kapitalistische idealen aan de kant geschoven hebben en voor de tweede optie gekozen hebben. En dat ze in die A-reeks toch op de hoogste borden meespeelden.”

    Dit is een thema dat ook bij ons vaak voorkomt. In het Belgisch Kampioenschap raken ze al niet meer aan genoeg vrouwen omdat er té veel vrouwen in de Open reeks willen meedoen, ondanks ze daar toch een mooie som van een 200-300 tal euros kunnen winnen. Puur voor de ervaring. Wat ik op zich altijd moedig vind. Waarom aparte reeksen maken voor de vrouwen, als zij gerust even goed, of soms zelf beter, kunnen schaken als de mannen.Ook op het BJK werd dit gedaan, maar steeds minder meisjes waren er fan van en besloten om in de ‘jongens’-reeks mee te spelen. Wat maakt de vrouw het zwakke geslacht in het schaken? Hun minderheid? Of het inzicht dat de mannen beter zouden hebben?

    Ok, je ziet ze nu weer niet in tientallen verschijnen aan de wereldtop, maar dat ze bij de subtop zelf apart genomen worden?

  2. Gonzo
    Gonzo09-10-2009

    Best Sarah, u spreekt over een dilemma ? Vrouwen kunnen kiezen of ze tegen sterke mannen willen spelen of tegen soms zwakkere vrouwen.Ik zou willen dat ik zo’n keuze had.Wees blij dat jullie die keuze hebben.Mannen hebben niets te kiezen en moeten altijd maar weer tegen die vervelende en sterke mannen schaken( en soms dus ook vrouwen).

  3. volgjeneus
    volgjeneus09-10-2009

    Beste Gonzo, soms is niet kunnen kiezen beter dan kunnen kiezen. Voor een vrouw van volwassen leeftijd zou het inderdaad een voordeel moeten zijn; zij weet goed genoeg waar haar prioriteiten liggen. Maar voor kleine meisjes doet die keuze volgens mij meer kwaad dan goed: prijzen, als zijn het “maar” damesprijzen, zijn zo aantrekkelijk, zeker voor een kind. Terwijl ze, om te verbeteren, eigenlijk voor het gemengde tornooi zouden moeten kiezen.
    En jullie mannen kunnen heus ook wel kiezen hoor: als je niet graag steeds tegen dezelfde mannen speelt, speel dan tijdens het BK een buitenlands tornooi. Qua financiën zal het niet veel schelen (ofwel dat je op het BK elke dag op en af gaat), en je krijgt een totaal ander publiek! (en nee, dit is geen anti-reclame voor het BK ;))

  4. Ruben
    Ruben09-10-2009

    Er wordt ook nooit een prijs uitgereikt voor de beste man. Ik heb dat altijd bizar gevonden.

  5. Pieter Reyniers
    Pieter Reyniers09-10-2009

    Wat ik altijd raar heb gevonden, is dat er nooit een prijs wordt uitgedeeld voor mooiste handschrift op de notatieformulieren.

  6. Theo
    Theo09-10-2009

    Gewoon alles samen in 1 reeks gooien: mannen, vrouwen, hermafrodieten, travestieten, twijfelaars, homo’s, lesbiënnes, …

    Alles samen op een hoop! Geen discriminatie.

    En die flauwe WGM titel mogen ze ook afschaffen! De mannelijke IMs zijn sterker dan de vrouwelijke GMs?!?

    Pfff… stom hoor.
    Waarom zou er al een aparte reeks moeten zijn voor vrouwen?

Geef een reactie

Je moet aangemeld zijn om een reactie te geven.