De tweede editie van de Brugse Meesters is aan zijn derde dag toe. Het tornooi is er specifiek op gemaakt om Belgische (vooral Brugse) jeugdspelers de kans te geven om een norm te scoren. Vorig jaar lukte dat voor de jonge Thibaut Maenhout. Zijn vader Philippe is de organisator van het tornooi. Schaakfabriek sprak met hem over het Brugse toptornooi, over de organisatie van zulk een evenement én over de toekomst, want volgend jaar zal Brugge het grootser zien dan nu. Je kan het interview ook beluisteren op onze Radiopagina.  

“Het tornooi is echt opgericht om jeugdspelers een kans te geven om een norm te scoren. In België heb je praktisch geen tornooien waarin de jongeren zo’n kansen krijgen. Dat is jammer, want bijvoorbeeld Brugge heeft goede jeugdspelers”, legt Maenhout uit. “Wij hebben 2 ploegen in 1ste nationale en van de 16 mensen die daarvoor spelen zijn 14 spelers jonger dan 30 en het grotendeel zelfs nog echt jeugdspeler. De Brugse meesters heeft als doel om hen wél een kans te geven om niet naar het buitenland te moeten reizen om een norm te scoren.”

Maar om normen te scoren, heb je natuurlijk ook een sterk deelnemersveld nodig. “Klopt”, beaamt Maenhout, “Je moet over 4 nationaliteiten beschikken en natuurlijk voldoende niveau om die normen mogelijk te maken.” Maar dit blijkt niet altijd eenvoudig. Vooral die nationaliteiten vinden is geen sinecure. “Wij hadden eerst Vadim Malakhatko op onze lijst staan, maar die is sinds kort schaakbelg. Vorig jaar deden hij en zijn vrouw nog mee, maar nu moesten we dus op zoek naar vervanging, buitenlandse vervanging. Wij hebben daarvoor samengewerkt met de club uit Bredene, met wie wij prima contacten hebben. Zij hebben ons eigenlijk spelers als Hovhanisian en Miroshnishenko ‘aangereikt’, om het zo te noemen.”

Maar die 2 spelers waren niet genoeg. Enkel Alienkin, Hovhanisian en Miroshnishenko waren buitenlander, dus moest er nog een spelers gezocht worden. Die werd gevonden in de persoon van Robert Philipowski. Wie? “Philipowski kennen wij via een andere bevriende club, Eynatten. Het is een jonge, ambitieuze speler uit Bonn. Wij hebben al enkele jeugd-wk’s gespeeld en daar zijn de contacten met Eynatten gegroeid. Als je 2 weken samenzit in een of ander exotisch land, ontstaat er een band. En via Eynatten hebben wij dus Philipowski gevraagd.”

De nationaliteiten vinden is één ding, ze betalen is een tweede zaak. “Dat is zonder twijfel het grootste probleem. Wij hebben nu een budget van 8000 euro verzameld, waarvan 2200 euro prijzengeld is. Maar het spreekt voor zich dat wij ook in startgeld voor die sterke buitenlanders moeten investeren. Anderzijds krijgen de Brugse spelers zelf geen startgeld. Voor hen telt de kans om mee te mogen doen aan het tornooi.”

Volgend jaar bestaat de club 75 jaar en dat is een prima gelegenheid om er nog een schepje bovenop te doen. “De Brugse meesters zullen dan niet in de krokusvakantie worden gespeeld, maar wel in de kerstvakantie. Wij hebben nu al een erg succesvol kersttornooi met jaarlijks zo’n 300 deelnemers. Omdat wij een jubileum vieren, hebben wij de krachten gebundeld met de stad Brugge. Wij krijgen de Brugse Hallen gratis. Daar kunnen zo’n 1000 mensen in. Volgend jaar zullen wij ons kersttornooi bundelen met het meestertornooi én een extra open tornooi organiseren.” Maenhout verwacht zo’n 600 deelnemers en hoopt dat zijn tornooi een vaste waarde kan worden in het Vlaamse Schaaklandschap.

Je kan het hele interview beluisteren op onze Radio-pagina.