Supportersleed

KarjakinWijk Aan Zee is afgelopen. Voor een jaar dan toch. De winnaar heet Sergey Karjakin, ooit een Mozart van het schaakspel tot hij van zijn “troon” gestoten werd. Nu zit hij er terug op.

Niet alleen u zat geboeid achter uw computerscherm, maar ook Sarah Dierckens , die vanaf vandaag een maandelijkse column verzorgt op deze website. Toevallig is zij al jaren trouwe fan van de stotterende Oekraïner. Haar eerste column omhelst dan ook een persoonlijk verhaal, zoals het een column betaamt: een verhaal van supportersleed…

De keuze voor een favoriet is gebaseerd op de sinds jaar en dag beruchte vrouwenlogica

Voor een schakende student is het Corustornooi elk jaar een lichtpuntje tijdens de examenperiode. Heel verstandig is het niet, maar het is veel leuker studeren terwijl er een schaakbord met de Challenger van de dag naast je staat, waar je dan af en toe een blik op werpt. Of met je computer voor je, waarop je live de partijen volgt. Net om die reden is het tornooi in Wijk aan Zee het tornooi dat ik jaarlijks het intensiefste volg – samen met het Frans jeugdkampioenschap, als ik heel eerlijk moet zijn.

KarjakinEen wedstrijd volgen is altijd veel leuker als je een favoriet hebt. Een voetbalmatch is maar saai als beide teams je niet veel zeggen. Zo is het ook met een tenniswedstrijd – nu Justine Henin op pensioen is, waarom nog kijken? Waarom zou een schaaktornooi een uitzondering op die regel vormen? Omdat schaken leuk is? Omdat je als je een schaakpartij volgt eigenlijk ook zelf aan het spelen bent, wat je van voetbal of tennis niet kunt zeggen? Ok, daar heb je een punt. Maar toch, een favoriet maakt het geheel nog net dat tikkeltje pittiger. Op de Franse jeugdkampioenschappen supporterde ik altijd voor de meisjes die ik op tornooien had leren kennen – inmiddels zijn die het jeugdschaak ook ontgroeid, het tornooi volgen zal daardoor veel van zijn glans verliezen dit jaar.

Op het Corus ken ik geen enkele speler persoonlijk; ja, Hou Yifan heeft eens op dezelfde hotelgang geslapen als ik, maar om daarvoor te zeggen dat ik haar echt ken, dat zou wel wat overdreven zijn. Hetzelfde geldt voor David Navara, die ik in 2003 op een tornooi in Hongarije ontmoette en van wie ik me vooral het zwart-wit geruite shortje en zijn spectaculaire manier van analyseren herinner. Het best ken ik nog de nieuwe secondant van Aronian, Maxim Rodhstein, maar ten eerste wil ik voor spelers en niet voor secondanten supporteren, en ten tweede is onze relatie inmiddels ook beperkt tot een Facebook-vriendschap. Vriendjespolitiek kan dus moeilijk een rol spelen bij het kiezen van mijn favoriet.

De logische volgende stap zou zijn dat ik een favoriet kies voor de aantrekkelijkheid van zijn spel. Maar die stap is enkel mannelijk logisch, en mijn keuze is eerder gebaseerd op de sinds jaar en dag beruchte vrouwenlogica. Mijn sympathie gaat daarom vooral weg naar Sergey Karjakin. Omdat hij de jongste grootmeester aller tijden is, en omdat hij daar naar mijn gevoel niet het nodige respect voor krijgt. Kasparov was in zijn tijd de jongste grootmeester ooit, et hopla, hij werd wereldkampioen. Karjakin heeft dus alles in huis om op zijn minst aanspraak te kunnen maken op die wereldtitel, en het is de plicht van elke minnaar van het schaakspel om die prodigy de weg naar de top zo glad mogelijk te polijsten.

CarlsenMaar wat gebeurt er? Een jaar na Karjakin duikt er een andere snotaap op, die net dat tikkeltje attractiever is op elk vlak, maar toch net dat tikkeltje minder goed als we de objectieve resultaten bekijken: wanneer Carlsen de titel haalt, is hij een half jaar ouder dan zijn collega-wonderkind was toen hij dezelfde prestatie leverde; ook in Wijk aan Zee is Sergey beter dan Magnus: 2 jaar geleden speelde de Oekraïner vlot mee in de kop van de A-groep, terwijl zijn leeftijdsgenootje tevreden moest zijn met de laatste stek. Wie zou er dan niet verbaasd van staan te kijken, wanneer een jaar later Karjakin niet uitgenodigd wordt en Carlsen wel? Dan zucht ik eens diep wanneer de prachtprestatie van de Noor door iedereen bejubeld wordt, en de ongetwijfeld sympathieke jongen heeft dus, niet eens door zijn eigen schuld, veel van mijn sympathie voor hem verloren. Sympathie die integraal naar de benadeelde partij gaat.

Dus toen ik las dat Karjakin dit jaar wel weer van de partij zou zijn, was ik het die jubelde! We zouden ze eens een poepje laten ruiken! Nog luider juichte ik toen de snuiter die inmiddels volwassen geworden is, meteen al in de eerste ronde een voorsprong inbouwde. De toon was gezet! We zouden dat hier op ons ene been gaan winnen!
Ik zou nu kunnen zeggen dat ik partij na partij aan mijn scherm gekluisterd zat, luidkeels supporterend voor mijn beschermeling. Dat zou gelogen zijn. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik maar de helft van zijn partijen echt zet na zet gevolgd heb, en dat ik hem niet met luide stem zat aan te moedigen – wat zou dat baten, hij kon het toch niet horen, en als hij het wel kon horen, zou dat hem eerder afleiden dan wat anders, want schakers zijn nu eenmaal niet gewend aan veel meer dan wat gekuch en geschuifel en het induwen van klokken, en vroeger het getik van klokken, als achtergrondgeluid. Wél zat ik met mijn benen geen seconde stil, van de spanning, en mijn ogen waren vaker op de stelling gericht dan op mijn cursussen die ook ergens op mijn bureau opengeslagen lagen. En spanning was er, want zelfs zijn tegenstanders zullen moeten toegeven dat Karjakin dit jaar veel vechtlust aan de dag heeft gelegd.

Maar wat een leed wordt een supporter toch aangedaan? Niet enkel heeft mijn idool me er meermaals op gewezen dat mijn schaakcapaciteiten een lachertje zijn (hoe vaak had ik niet een superzet in gedachten, en weigerde Sergey resoluut die te spelen?), ook mijn zenuwen werden meer dan op de proef gesteld.

Gerechtigheid is geschied

Het begint wanneer de euforie van de overwinningen in ronde 1 en 5 volledig de grond wordt ingeboord door de verliespartij tegen de tot dan toe meer dan belabberd presterende Ivanchuk. Plots is de polepositie niet meer zo duidelijk. Movsesian neemt de fakkel over. Geen probleem, des te groter is de vreugde wanneer Karjakin deze Slovaakse grootmeester een ronde later een lesje leert. Toch blijft de stand spannend, en in ronde 10 neemt Aronian de leiding. Maar wie de leiding heeft, is op de laatste rustdag niet mijn grootste zorg. Het is de Mozart van het schaken die mijn aandacht opslorpt: de eerste 9 rondes geraakte hij niet verder dan remise, maar in ronde 10 slaat hij plots keihard toe, zodat hij in één klap nog slechts een half punt van mijn wonderboy verwijderd staat. En al zou ik er mee kunnen leven als Karjakin de tornooioverwinning niet op zijn naam maar wel op zijn buik kon schrijven, er was geen sprake van dat Mega Magnus toch nog met de pluimen mocht gaan lopen door Sergey in de laatste rechte lijn voorbij te steken.

KarjakinEchter, in ronde 11 komt mijn grote vrees uit: door een verliespartij van mijn favoriet komt de Grote Concurrent plots langszij; met 6 punten staan de twee jonge leeuwen gezellig samen een half punt achter op 4 leiders. Voor beiden is een tornooizege nog mogelijk, maar het is Carlsen die de beste kaarten heeft, met nog de in de onderste helft spelende Smeets en Wang als tegenstanders. Hoe groot is mijn vrees dat de Noor het tornooi zal winnen en dat Magic Magnus overal geprezen zal worden voor zijn mooie comeback die toch wel van stalen zenuwen en enorme maturiteit getuigt! En dat Karjakin voor de zoveelste keer in zijn schaduw zal verschrompelen. En dat ik deze keer niet eens het recht zal hebben om daarover te protesteren, want de speler die op het einde van de rit het meeste punten gesprokkeld heeft, is de beste, toch?

De spanning loopt nog op wanneer in de voorlaatste ronde enkel beide jongelingen weten te winnen. Een groepje van niet minder dan 6 leiders begint zondag aan de laatste ronde. Een ronde die elke supporter van op de eerste rij wil volgen. Wie wil er niet de spanning voelen, zet na zet, switchen van bord naar bord en zijn hersenen razendsnel laten werken om elke na een nieuwe zet ontstane positie zo goed mogelijk te beoordelen? Helaas, het is de Belgen niet gegund; onze hersenen werken (hopelijk) ook wel op deze interclubzondag, maar over de resultaten van de wereldtoppers in Holland blijven we een hele namiddag in het ongewisse. Sadistisch, echt.

KarjakinMaar dat sadisme van de zondagnamiddag en de kwellingen van de voorbije dagen zijn snel vergeten wanneer ik de uitslag zie. Het onmogelijke is gebeurd! Eindelijk, na een op supportervlak nogal rampzalig EK voetbal vorige zomer, is de doem van mijn supporterdom opgeheven: eindelijk heeft mijn favoriet zijn favorietenrol waargemaakt! De ultieme triomf! Wat is supporter zijn toch leuk! Hoe idioot het ook is om je eigen goed gevoel in handen te leggen van een volslagen vreemde, wat voelt het dan ook goed wanneer die vreemde doet wat hij moet doen.

Gerechtigheid is geschied: Karjakin heeft een zoveelste keer getoond dat hij wél kansen verdient. Hopelijk hebben de tornooiorganisatoren van de Grand Slams het nu eindelijk begrepen, en dan wordt 2009 misschien het jaar waarin de Oekraïner de top 5 van de wereld induikt, en zo bewijst dat je het bezwaarlijk een kwestie van talent en kunde kunt noemen dat dat een jaartje later is dan Magnus Carlsen. Dát zullen ze op een dag in een niet zo verre toekomst nog wel eens uitvechten in een clash om de wereldtitel, let op mijn woorden!

  1. Tom Vananderoye
    Tom Vananderoye05-02-2009

    Mooi stukje. Neemt natuurlijk niet weg dat Karjakin vooral het geluk had dat zijn tegenstander Dominguez er een partij van wou maken in tegenstelling tot anderen.

  2. Charles Kuijpers
    Charles Kuijpers05-02-2009

    Een zeer lezenswaardige column met een verfrissende kijk op de schaakwereld. Mijn complimenten!

  3. Willem Hajenius
    Willem Hajenius05-02-2009

    In één woord: prachtig! Ik kijk nu al uit naar de volgende aflevering!

  4. Gilles
    Gilles05-02-2009

    Mooi initiatief. Het is leuk geschreven en leest zeer vlot.

  5. Koen Leenhouts
    Koen Leenhouts05-02-2009

    Leuke column, Sarah! Vlot geschreven met een echte supportersblik.

  6. Brul
    Brul05-02-2009

    Heel aangenaam om te lezen!
    Chapeau.

  7. Rob
    Rob05-02-2009

    Yep, vlot geschreven! Keep it coming!

  8. Theo
    Theo05-02-2009

    Nogal subjectief, maar zeker leuk om te lezen.

    Kleine correctie: de enige echte “Mozart van het schaken” is toch Magnus, hoor. Like it or not.

  9. Peter
    Peter05-02-2009

    Ze had het over Magnus toen ze het had over de Mozart van het schaken: “Het is de Mozart van het schaken die mijn aandacht opslorpt: de eerste 9 rondes geraakte hij niet verder dan remise, maar in ronde 10 slaat hij plots keihard toe, zodat hij in één klap nog slechts een half punt van mijn wonderboy verwijderd staat.”

    En een column is altijd subjectief, dat is net de essentie van een column. Ik vind het ook wel leuk geschreven overigens. Tis ontspannende literatuur en dat mag er ook zijn.

  10. Theo
    Theo05-02-2009

    Niet dat ik wil muggeziften, hoor. Daar zijn Marcel Van Hercks voor. 😉

    Maar quote: “De winnaar heet Sergey Karjakin, ooit een Mozart van het schaakspel tot hij van zijn “troon” gestoten werd. Nu zit hij er terug op.”

  11. volgjeneus
    volgjeneus05-02-2009

    In elk geval bedankt allemaal; ’t doet deugd te horen dat het in de smaak valt. Ik zal proberen jullie volgende maand niet teleur te stellen.

  12. Jan Lagrain
    Jan Lagrain05-02-2009

    Klopt, Karjakin werd trouwens echt zo genoemd toen hij de jongste GM aller tijden werd. Tot Carlsen kwam, die nu idd dé Mozart genoemd wordt. Dat bedoelde ik met “van zijn troon gestoten”. Karjakin was die naam al snel kwijt aan Carlsen.

    Maar ik veronderstel dat de zin “nu zit hij er terug op” de indruk wekt dat hij nu terug de Mozart zou zijn. Dat is idd niet waar, maar het klinkt toch mooi 😉

  13. Robbie
    Robbie05-02-2009

    Momentje,En Fabiano Caruano?
    Binnenkort zal hij de Mozart van het schaken genoemd,wie weet?!
    Ach,elke keer gaat er nieuwe sterren komen en gaan. Zo gaat dat,he!

  14. Adrian
    Adrian06-02-2009

    Sterren komen en sterren gaan, maar in ons hart blijven ze altijd bestaan 🙂

    Leuk verslag 😉 Laat maar komen!

  15. Gonzo
    Gonzo08-02-2009

    De ontwikkeling van Carlsen gaat toch sneller, zijn top gaat ook hoger liggen.Denk ik…

  16. Yen
    Yen09-02-2009

    Adrian, het is ‘sterren komen, sterren gaan, alleen Elvis blijft bestaan’. Maar dankzij dit soort leuke columns misschien ook topschakers als Carjacking 😉

Geef een reactie

Je moet aangemeld zijn om een reactie te geven.