In Limburg heeft NLS Lommel de interclubcompetitie gewonnen. Na een bloedstollend slot hield het concurrent Genk af…

Ommekeer in Hasselt

Vrijdagavond verzamelde de Limburgse schaakliefhebbers zich in Hasselt voor de 11de en laatste, gemeenschappelijke ronde van de Limburgse Interclubs. In elke reeks stond er nog heel wat op het spel, met in het bijzonder de titel in eerste. Leider was NLS, met twee puntjes meer dan Genk (een zege is 3 punten waard, een gelijkspel 2, een nederlaag 1). De Lommelaars speelden tegen Overpelt met hun typeviertal: Roy Schoemans, Ruud Jansen, Jan Lagrain en Albert Schenning, goed voor een gemiddelde van 2135. Genk nam het op tegen Hasselt met Nicola Grecuccio, Jeremy Keller, Lennert Lenaerts en Georges Monnens. De tegenstander van NLS en Genk kwamen speelden eveneens met een basisviertal, telkens met een gemiddelde van om en bij de 2000 elo. Voor NLS was een 11-5 zege genoeg om zeker te zijn van de titel.

De ronde barstte pas los rond 24u. Op dat moment zette een spervuur aan onverwachte wendingen het toernooiverloop op zijn kop: bij Genk scoorde Georges Monnens ietwat verrassend de 3-0, na een moeilijke positie tegen Roel Vanstraelen. Daarnaast had Grecuccio een pionnetje meer in een eindspel en was ten minste de 11-5 in de maak. Net op dat moment blunderde Albert Schenning op bord 4 een vol stuk tegen Geert Meekers. Door de snelle remise tussen Schoemans en Hamblok op bord 1 leek NLS plots in de problemen te zitten.

Een dik half uur later draaide de situatie opnieuw: Ruud Jansen pakte het eerste punt voor NLS, maar nog belangrijker: Grecuccio blunderde en liet zich mat zetten. Opeens was de 9-7 voor NLS genoeg voor de titel. Als Lagrain zijn goede stelling tegen Peter Nijssen afwerkte, was de kroon voor Lommel. Rond 1u lukte dat en NLS kon beginnen vieren. Op bord 4 speelde zich een nog onbelangrijk, maar compleet vreemd slot af. Schenning won het stuk terug en maakte de klus helemaal af. 11-5.

NLS 2 en Landen 2 degraderen, Hasselt 3 en MSK gaan op. In derde werd Diepenbeek 2 kampioen.