De Noorse Mozart van het schaken én Vladimir Kramnik zijn dé schakers van het moment. Na de passage in Nanjing (Carlsen) en de Tal Memorial (beiden), trokken de twee nu naar Londen, om daar de vloer aan te vegen met enkele subtoppers.

Zowel Carlsen als Kramnik toonden geïnspireerd en creatief schaak, maar uiteindelijk was het de coming man uit Noorwegen die de toernooizege pakte. Zijn tweede Grand Slam op een rij. Carlsen scoorde 5/7, een halfje meer dan Kramnik…

Carlsen zet opmars voort

“Nummer één van de wereld worden én blijven.” Magnus Carlsen was duidelijk toen tal van journalisten hem vroegen naar de ambities die hij met zijn nieuwe coach, Garry Kasparov, wilde bereiken. Om dat doel te verwezenlijken, moest de rating van de Noor naar Kasparoviaanse hoogte gaan. Om en bij de 2820 dus.

Op 1 oktober zette Carlsen een eerste stap in die richting. Na een duizelingwekkende prestatie in het Grand Slam-toernooi in Nanjing klokte Carlsen af op 2801. Enkel Veselin Topalov stond nog in de weg naar zijn ultieme doel. Een dikke maand later deed Carlsen het behoorlijk in Moskou, toen hij in de Tal Memorial een kleurloos toernooi toch nog met een +2-score wist te beëindigen. Toen werd de jonge Noor geteisterd door een griepvirus, zo klonk het in zijn omgeving. Desalniettemin werd Carlsen de virtuele nummer 1 met een rating van 2806.

In diezelfde Tal Memorial werd de show gestolen door een ontketende Vladimir Kramnik. Na zijn nederlaag in de WK-finale tegen Anand genoot de Rus vooral van het prille vaderschap en na een welverdiende rust van enkele maanden keerde hij terug in absolute topvorm. Kramnik speelde agressief, creatief én positioneel geniaal.

Een fitte Carlsen en een gemotiveerde en in topvorm zijnde Kramnik: genoeg ingrediënten om van het Grand Slam-toernooi in Londen een boeiend schouwspel te maken. De paringen stelden enigszins teleur: Carlsen en Kramnik moesten elkaar al in de eerste ronde bekampen.

Die eerste ronde werd erg belangrijk, zo bleek, want Carlsen toonde zijn nieuwe status als virtuele nummer 1 van de wereld door Kramnik overtuigend opzij te zetten. In de tweede ronde moest ook Luke McShane eraan geloven en toen Carlsen in de derde ronde David Howell op de knieën leek te krijgen, was er geen twijfel meer mogelijk: hij zou opnieuw pudding maken van de tegenstand.

Mààr Carlsen toonde dat hij ook maar eens mens is en er nog veel beterschap mogelijk is. Hij miste een eenvoudige winst en kreeg Howell niet op de knieën, terwijl Kramnik zijn nederlaag van de eerste ronde te boven was gekomen dankzij een knappe 2/2 tegen Ni Hua en Luke McShane. De twee bleven dicht bij elkaar, maar met een zege tegen diezelfde Ni Hua stelde Carlsen zijn toernooizege veilig. Enkel Michael Adams bracht hem even aan het wankelen in de voorlaatste ronde. Kramnik won nog van Short, maar bleef op een halfje van de Noor.

Carlsen wint dus opnieuw en mét stijl en ook Kramnik bevestigt zijn blakende vorm. Desalniettemin moeten de lofbetuigingen ook genuanceerd worden. Met Nakamura, Ni Hua, Short, Adams, Howell en McShane kregen de twee weliswaar prima spelers, maar toch ook subtoppers over de vloer, waardoor de score misschien wel normaal kan genoemd worden. Het doel van Carlsen, de nummer één worden en blijven, komt echter dichter en dichter. Met een virtuele rating van 2811 staat de Noor nu steviger op één.

De volgende afspraak voor beide heren volgt over een maand in de hoogmis van het wereldschaak: het Corustoernooi in Wijk Aan Zee.

De eindstand:
1. Carlsen 5/7 (13 punten)
2. Kramnik 4.5/7 (12)
3. Howell, Adams 4/7 (9)
4. McShane 2.5/7 (7)
5. Ni Hua 2.5/7 (6)
6. Nakamura 3/7 (6)
7. Short 2.5/7 (5)

In Londen werd het driepuntensysteem gebruikt, zoals wij ook in het voetbal kennen. Daardoor is de stand geen klassieke weergave van de puntentelling en heeft McShane dankzij twee zeges meer punten vergaard dan bijvoorbeeld Nakamura (enkel remises, geen zege).

– Link: de officiële site.