De verrassing: Hugaert-Verduyn

Arthur HugaertVorige week kwam de verrassing in de nationale interclub uit Gent. Arthur Hugaert (1967) versloeg FM Frederic Verduyn (2231), goed voor een eloverschil van om en bij de 260 punten. De schaakfabriek zoekt uit wat er precies gebeurde en hoe de stunt van deze speeldag tot stand kwam. Een uitgebreide analyse van Frederic Decoster…


Beter laat dan nooit en dat geldt ook voor onze rubriek: de verrassing. Er waren vorige zondag weer enkele kandidaten voor de stunt van de speeldag. Zo versloeg Mark Smits met zijn 2294 GM Kovalev (2533), maar de grote eer was weggelegd voor Arthur Hugaert. Hij won in het Vlaamse topduel Gent-Brugge van FM Verduyn. Met een eloverschil van om en bij de 260 punten zorgde hij voor de stunt. Je kan het pgn-bestand ook downloaden of openen.

(1) Hugaert,Arthur (1967) – Verduyn,Frederic (2231) [A40]
KGSRL – KBSK 1 (10.8), 11.03.2007
[Decoster Frederic]

Deze partij is de tweede in onze Rubriek ‘de verrassing’. Deze ronde in de interclubs wist een talentvolle jeugdspeler te winnen van een ervaren speler. De partij is vooral interessant doordat het duidelijk aantoont dat positionele voordelen die opgebouwd worden in het begin van de partij een rol blijven spelen en na een ‘slapende fase’ die een hele poos kan duren ineens toch van doorslaggevende rol kunnen zijn. 1.c4 b6 Deze zet, die tegen 1.e4 of 1.d4 een dubieuze reputatie heeft omdat wit in dat geval het centrum cadeau krijgt, valt na 1.c4 of 1.Pf3 best wel mee. Nu kan wit het centrum niet zonder slag of stoot innemen. Zwart krijgt altijd wel ergens tegenspel en gaat na bijvoorbeeld nu 2.d4 over naar gekende systemen waarbij zwart een snel e4 tegenhoudt. Zie de partij. 2.Pc3 Lb7 3.d4 e6 nu zitten we in één van de varianten van 1.d4 4.Pf3 het veiligst, [4.e4!? dit kan wel maar is erg riskant, nu gaat zwart het punt e4 onder vuur nemen. Een voorbeeldje 4…Lb4 5.f3 f5 6.exf5 Ph6!? 7.fxe6 Pf5 8.exd7+ Pxd7 9.De2+ Kf7 10.Dd3 Dh4+-/+ en zwart staat prima] 4…f5 1.b6 is wel een leuke manier van spelen op c4 omdat zwart een hele waaier aan mogelijkheden heeft van openingsvarianten waarin hij terecht kan komen. Nu zitten we ineens in hollandsachtige stellingen terwijl er nog een andere mogelijkheid was, namelijk [4…Pf6 Dit is was nog een andere mogelijkheid, zwart gaat zo over naar een hoofdvariant in het dame-indisch (geloof ik, de verschillen in dame-indisch, nimzo-indisch en bogo-indisch zijn helaas niet mijn specialiteit)] 5.Lg5 [5.g3 dit is wat gebruikelijker om de loper op b7 van wat tegengewicht te voorzien] 5…Pf6 [5…Le7 was ook perfect speelbaar] 6.e3 Le7 7.Le2 0-0 8.0-0 Pe4 de meest logische zet, we zitten nog altijd in de duw en trekfase van de opening 9.Lxe7 Dxe7 10.Pxe4 Lxe4 11.Tc1 als we een evalutatie maken van de eerste fase van de partij, merken we dat er weinig spectaculairs gebeurd is. Zwart speelt een wat vreemd systeempje met op de eerste zet b6 en probeert in het vervolg de grootste complicaties te vermijden met logische stukontwikkeling. Wit speelt op ongeveer dezelfde manier, geen risico in de opening, rustige stukontwikkeling. In deze stelling hier staan beide partijen ongeveer in evenwicht, geen zwaktes, wit staat wel wat voor in ontwikkeling maar doordat er nog nergens een open lijn is kan hij daar niet echt van profiteren. Zwart heeft ook een mooie diagonaal voor zijn loper van h1 naar a8. 11…d6 een erg typische zet in dit soort stellingen, het houdt enerzijds c5 tegen en gaat ook straks een e5 gaan voorbereiden 12.b4 om toch c5 te kunnen doordrukken en lijnen te openen. De stelling wordt wat kritieker als zwart niks doet dreigt hij overrompelt te worden. Toch is de stelling niet zo gevaarlijk en kan zwart kiezen tussen verschillende goede opties 12…a5! nu doet de toren op a8 ook mee, het is altijd goed niet actieve stukken te laten meespelen 13.a3 [13.b5? Pd7=/+ en zwart staat heel aangenaam c5 is gestopt en zwart kan zijn tegenspel gaan uitzoeken op de koningsvleugel] 13…axb4 14.axb4 Pd7 stopt eenvoudig c5 15.Pd2 om de sterke loper te ruilen wat zwart natuurlijk niet toelaat 15…Lb7 16.Db3 [16.Lf3 Lxf3 17.Dxf3 Pf6 18.Ta1= er is erg weinig aan de hand behalve dat er stukken geruild worden] 16…Tab8? een zet waar ik toch wat het raden naar heb, waarschijnlijk nog altijd gericht tegen c5 en om de loper te verdedigen maar het lijkt niet zo logisch om zomaar de a-lijn op te geven [16…Pf6 17.c5?! Ld5! 18.Lc4 bxc5 19.bxc5 Tfb8=/+ en zwart staat toch wat beter] 17.Ta1 op naar a7 17…Pf6 18.Ta7 g5 zwart is op zoek naar tegenspel, nu hij de toren op a7 heeft toegelaten heeft wit ineens allerlei aanknopingspunten gekregen en is het aan zwart om hierop te reageren en dan is tegenspel op de koningsvleugel het meest logisch. In deze stelling heeft wit een voordeeltje, een oordeel dat de computer bevestigt. 19.Dc3 [19.Lf3 Lxf3 20.Pxf3 g4 21.Pd2 h5 22.Dd3+/- en zonder de loper op b7 heeft wit een aangenaam voordeeltje, winnen is wel nog wat anders] 19…g4 20.Tc1 het witte plan is erg duidelijk c5 spelen en binnenkomen op c7 waarna de zwarte stelling instort. Toch kan zwart zich hiertegen voldoende verdedigen, zoals we ook zien in de partij 20…Dg7 21.c5 Pd5
22.Db3 f4! gedaan met positioneel geschuif, tijd voor de taktische fase. Duidelijk de beste kans voor zwart en typisch voor de speelstijl van Frederic. Wit krijgt nu ineens een koningsaanval over zich, en dikwijls is het niet zo gemakkelijk over te schakelen van positioneel geschuif naar defensief spel. Laten we ook niet vergeten dat zwart nu wel kansen krijgt op de koningsvleugel maar dat zijn stelling op de damevleugel erg twijfelachtig is door het voorafgaande spel. Als de aanval niet doorslaat, heeft wit alle kansen om te winnen. 23.e4?! dit geeft zwart grote kansen [23.c6!? ziet er me h uit en is ook de suggestie van de computer. Dat wit hier erg moet opletten blijkt uit volgende variant: 23…Lc8 24.Lc4 fxe3 25.fxe3 g3 26.Lxd5 gxh2+ 27.Kh1 exd5 28.Dxd5+ Kh8 29.Tf1 (29.Pf3!?) 29…Lh3! 30.Txc7! de computerzet 30…Lxg2+ 31.Dxg2 Dxc7 32.d5 met een erg onduidelijke stelling] 23…f3 de duidelijkste manier om de aanval verder te zetten, een interessantalternatie f bestond uit: [23…Dxd4!? 24.Lxg4 Dxd2 25.Lxe6+ Kg7 26.Td1 Dxb4=/+ dit zijn bijzonder complexe varianten om uit te rekenen, laten we het erbij houden dat de computer hier een gelijke stelling geeft, maar onderweg waren misschien wel enkele verbeteringenmogelijk] 24.exd5 fxe2 deze pion is wel wat waard, wit kan die niet te lang in leven laten blijven en ondertussen kan zwart ervan profiteren om zijn stelling te verbeteren 25.c6 deze pion is erg sterk, een positioneel voordeel dat in het vervolg van de partij nog een grote rol gaat spelen 25…Dxd4 26.De3 verplicht 26…Dxe3 27.fxe3 Lc8 dit was zowat allemaal geforceerd, en de stelling is ondertussen duidelijker geworden. Vreemd genoeg staat er nu ongeveer een gelijke stelling op het bord. Zwart moet er enkel voor opletten dat de pion op c6 niet ineens dodelijk wordt. Zwart staat een pionnetje voor maar de sterke toren op a7 en de pion op c6 houden dit in evenwicht 28.Te1?! [28.e4 is eenvoudiger 28…exd5 29.exd5 Tf5=] 28…exd5 29.Txe2 [29.Txc7? Ta8! 30.g3 La6! en de pion op e2 blijft in leven waarna wit ineens kan opgeven] 29…Tf7 even c7 verdedigen 30.e4? een nogal dubieuze poging die wel succes heeft [30.Tf2=/+] 30…Le6 31.e5!? de witte stelling is bergaf aan het gaan en dus is het tijd om te vissen in troubel water 31…dxe5 [31…Td8!] 32.Txe5 Te8 33.Pb3! op weg naar het sterke veld d4 waar het paard heel veel centrale velden in de gaten houdt, wit heeft ineens initiatief te pakken. 33…Tef8 [33…Tf4! is volgens de computer de enige zet die het voordeel bij zwart houdt, het paard kan niet naar d4. Dat Frederic hem niet speelde zal wel met tijdnood te maken hebben en het opgeven van c7. 34.Txc7 Txb4 35.Pd2 Tb2-/+] 34.h3 Lf5 [34…g3 levert helemaal niks op na: 35.Tg5+!] 35.hxg4 Le4 36.Pd2 dit ziet er nog allemaal ok uit voor zwart maar toch is het bergaf aan het gaan. Zwart heeft geen actieve tegenkansen meer en straks gaat de pion op c6 ferm gaan doorwegenvoorwit 36…Lg6 37.Txd5 Te8 38.Td7! Ik had het er al in enkele nota’s hiervoor over dat c6 erg gevaarlijk is voor zwart en met deze zet wordt duidelijk waarom. De pion is niet alleen een potentieel gevaar om te gaan promoveren maar ook een steunpunt voor de witte stukken, het vervolg van de partij gaat erg snel 38…Tee7 39.Taxc7 Te1+ 40.Kh2 Te2 41.Td8+ Kg7 42.Tcd7 Le4 43.Pxe4 Txe4 44.Txf7+ Kxf7 45.c7 en de pion mag het beslissen. Opnieuw een interessante partij waarin de ‘zwakke’ weet te winnen. Uit de partij analyse volgt: De opening was weinig spectaculairs, beiden ontwikkelden de stukken zonder elkaar direct naar de nek te vliegen. Na de opening kreeg wit de toch wat betere stelling doordat hij zijn toren op a7 mocht plaatsen en een invasie op de c-lijn werd voorbereid. Zwart zocht terecht tegenspel op de koningsvleugel en dat had ook succes! De stelling werd in evenwicht getrokken en zelfs serieus voordeel. Dat zwart toch niet wist te winnen ligt aan verschillende zaken, door de positionele voordelen die wit had opgebouwd in het begin van de partij moest hij altijd blijven nauwkeurig spelen en zowel zijn eigen pion c7 als de vijandige op c6 in de gaten houden. Na een fase waarin wit de boel trachtte te compliceren werd zwart in een moeilijke stelling gebracht, verloor zijn voordeel en zat even later in het nadeel. Door de sterke pion op c6 duurde het dan niet lang meer! 1-0

  1. wim
    wim18-03-2007

    In theorie (elo) is dit een zwakke tegen een sterke maar Arthur is natuurlijk onder geklasseerd. Eenmaal de opening goed doorgekomen is hij waarschijnlijk al 2200 waart. Voor mij geen verrassing al hoort de partij natuurlijk wel thuis in deze (prachtige) rubriek.

  2. Valery Maes
    Valery Maes18-03-2007

    Een bedenking bij 12.b4?!: Meteen 12.c5 is gewoon mogelijk

  3. KAra
    KAra19-03-2007

    Inderdaad, dat ziet er sterker uit. Ik had er al mijn bedenkingen bij dat b4 een beetje te stereotyp gespeeld was en het laat ook a5 toe wat prima is voor zwart.

  4. Arthur
    Arthur19-03-2007

    Ja,

    12.b4 was inderdaad overbodig, 12.c5 is sterker.
    Bedankt voor de goede analyse.

    Ik meen mij te herinneren dat alleen ik in tijdsnood ben gekomen.

    Arthur

  5. KAra
    KAra20-03-2007

    Ik schrijf eigenlijk bijna altijd de tijd op na iedere zet. Bronstein raadt (raadde?) dat aan in één van zijn boeken om dan achteraf te kunnen nagaan of je bij de kritische momenten lang genoeg nagedacht hebt, of als je bij bepaalde logische zetten teveel tijd verloren hebt. Sowieso vind ik dat het m’n concentratie verhoogt omdat ik dan zie hoeveel tijd ik verbruik…

Geef een reactie

Je moet aangemeld zijn om een reactie te geven.