Jan Timman: “Ik vind het nu boeiender dan vroeger”

Jan TimmanZaterdag start in hartje Antwerpen het allersterkste schaaktoernooi dat België sinds Lost Boys gekend heeft. Met Bu Xiangzhi heeft de organisatie een wereldtopper-in-wording gestrikt, maar dé blikvanger is Jan Timman. Tijd voor een interview met de Nederlandse topper, waarin we praten over zijn carrière, Bart Michiels, het deelnemersveld en natuurlijk ook de ambitie…

Timman: “Antwerpen is een speciale plaats voor mij”

Met zijn rating van om en bij de 2580 lijkt Timman een “gewone” GM, die wat kleinere toernooitjes afdweilt om zijn centjes te verdienen. Niets is minder waar natuurlijk. In de jaren ’80 was Timman immers een échte wereldtopper. Hij won niet alleen toernooien als Wijk Aan Zee, Linares en Las Palmas maar stond jaren in de top 3 van de wereldranglijst. Daarmee is Timman het icoon geworden van de Nederlandse topschaken (samen met Euwe) en is hij ook België een levende legende.

Het is logisch dat Timman op zijn oude dag niet meer meespeelt met de absolute wereldtop. Maar schaken doet de Nederlander nog steeds erg graag én erg goed. Deze week nog scoorde Timman uitstekend in de Staunton-memorial in Engeland, waar onder andere Nigel Short voor de bijl ging. Zaterdag speelt Timman voor het eerst in heel lange tijd een toernooi in België. Inventi wist de Nederlander te strikken voor zijn eerste GM-toernooi, in hartje Antwerpen.

“In 1989 speelde ik hier een belangrijke match tegen Portisch. Het was de kwartfinale van het WK. Ik won die match en stootte dan door tot de finale waarin ik van Karpov verloor. Dus dit is zeker een speciale plek. Het Lost Boys ken ik, maar heb ik nooit gespeeld. Dat was een sterk toernooi en gaf een knappe traditie. Dat is zeker belangrijk. Je moet met plezier spelen en de plaats is daarbij erg belangrijk”, vertelt Timman met een zeker enthousiasme.

Persvoorstelling met Helsen, Timman en MichielsEnthousiasme is iets wat Timman nooit zal uitstralen. Hij is vriendelijk en afstandelijk, droog en scherp, geëngageerd en afwezig. De persconferentie van Inventi (waar dit interview werd afgenomen) illustreerde dat erg goed. “Hier bij ons zit Jan Timman, een grootheid in het schaken, die zo meteen enkele van uw vragen zal beantwoorden. Is het niet, Jan?” leidde CEO Roger Helsen hem in, waarop de Nederlander droogjes antwoordde: “Dat lijkt me wel, ja.”

Helsen contacteerde Timman twee jaar geleden voor een simultaan en toen hij dit jaar uitpakte met een sterk GM-toernooi was Timman een van de eersten die toezegde.

Jan Timman: “Het is een interessant deelnemersveld. Het is erg origineel samengesteld. Meestal zijn organisatoren erop uit om topspelers te vragen met een droge formule. Hier is het helemaal anders. Het veld is erg gevarieerd. Ik heb trouwens tegen erg veel van de spelers die hier komen nog nooit gespeeld, zoals Bu. Dat wordt erg leuk voor mij.”
SF: U speelt nog steeds erg veel. Ik ga er dus vanuit dat u nog steeds heel graag speelt. Of blijft het financiële een drijfveer?
JT: “Ik moet daar eerlijk in zijn. Ik ben beroepsschaker, dus het is mijn broodwinning om te spelen. Maar ik heb er nog altijd erg veel plezier in, dat is duidelijk.”
Timman in Wijk Aan ZeeSF: U speelde vroeger altijd in toptoernooien als Linares, Las Palmas, zelfs een WK-finale. U was nummer twee van de wereld. Nu speelt u vooral in kleinere toernooien. Is dat iets waar u zich aan hebt moeten aanpassen?
JT: “Oh, toen ik nummer drie stond in de wereld, speelde ik ook toernooien als deze, hoor. Dat maakt niet zo veel uit. Ik moet trouwens zeggen dat ik het toen minder boeiend vond. Nu is het veel gevarieerder. Je hebt meer tegenstanders die je niet kent, meer locaties enzo. Ik zou het wel willen opnieuw doen, aan de top spelen, maar dan moet ik weer op de ranglijst stijgen. Dat vergt veel energie. Ik heb vooral problemen met de periode na het vierde uur. Dan durft mijn concentratie wel eens minderen. Dat moet ik voorkomen als ik terug wil stijgen. Maargoed, om terug te komen op uw vraag: dit is zeker zo interessant als vroeger.”

Timman: “De jeugd mag niet vergeten zelf na te denken”

Een onderwerp dat tegenwoordig in erg veel interviews aan bod komt, is de enorme evolutie die de computer in het schaken heeft veroorzaakt. Dat dat ingrijpend is geweest, spreekt voor zich, maar is het ook goed? En hoe kijkt iemand die zowel het “pre-computertijdperk” als het “computertijdperk” heeft meegemaakt naar die evolutie? En relevanter: hoe beïnvloedt het zijn toernooien en spel nu?

JT: “Nou, ik vind dat het goede en minder goede kanten heeft. De goede kanten zijn dat je bepaalde stellingen erg goed kan begrijpen. Ik maak ook eindspelstudies en dan zijn computers praktisch om te helpen. Een minder goede kant is dat er veel minder zelf wordt nagedacht door jonge schakers. Ze vertrouwen te veel op de computer. Vroeger had je allemaal spelers die puur op talent kwamen bovendrijven. Dat is nu toch wel anders. Natuurlijk moet je het zelf nog vinden achter het bord, maar het is toch anders.”
SF: Ik zou het ook graag op u persoonlijk projecteren. Dat moet toch een enorme verandering in uw training hebben veroorzaakt?
JT: “Ik ben eigenlijk niet zo met voorbereiding bezig, maar het is inderdaad noodzakelijk als je wil meekunnen. Eigenlijk is dat wel raar. Je hebt databases en computers en het is allemaal zo makkelijk geworden om te trainen, maar ik ben toch niet helemaal mee.”
SF: Merk je zoiets in toernooien?
JT: “In die zin wel. Iedereen is beter voorbereid. Sterke clubspelers hebben een computer. Ze worden kritischer en kennen veel meer. Tegenwoordig zijn spelers van 2450 nu zeker sterker dan spelers van 2450 toen. Iedere tegenstander kan het je moeilijk maken als hij zich goed voorbereid.”

Timman en MichielsSF: U noemt 2450-spelers. Een van die spelers is Bart Michiels, de jonge Belg die hier meespeelt. Kent u hem?
JT: “Ik ken hem van naam, maar heb er nog nooit tegen gespeeld. Ik heb hem wel zien spelen op open toernooien waar ik ook was. Het is een veelbelovende speler. Ik ben benieuwd wat hij zal presteren hier.”

SF: Voor ik eindig wilde ik toch nog graag iets vragen over de insteek van het toernooi. Wij vonden het bijzonder dat dit schaaktoernooi vooral als PR-evenement werd opgevat en niet zomaar als schaaktoernooi. Is dat iets waar België meer naartoe moet?
“Ja, zeker. Dat komt vaak voor hoor. Dat hoort trouwens ook zo te zijn. Een sponsor moet zijn stempel drukken op het toernooi. Hij verdient die publiciteit en dat zal ook het schaken ten goede komen. Dat is de professionele manier om met schaken om te gaan. In grotere toernooien waar ik speelde en speel is dat niet anders.”
SF: Laten we hopen dat veel mensen dit lezen. Om af te sluiten een quote van Zoltan Gimyesi, die zei: “Ik speel om tweede te worden, achter Bu”. Wat zijn uw ambities hier?
JT: “Ik weet niet of Bu het toernooi gaat winnen, hoor. Het kan, maar het is nog niet gespeeld. Ik wil eerste worden. Ik heb nog ambities hoor. Ik wil weer op mijn oude niveau terugkomen. Het zal moeilijk worden, maar Ik denk wel dat ik nog heel goed kan spelen.”

Het toernooi start zaterdagmiddag. Het spreekt voor zich dat u het hier zal kunnen volgen. Tot dan.

  1. Akazou.
    Akazou.20-08-2008

    Mooi interview !

  2. walter
    walter20-08-2008

    echte journalistiek! bravo!

  3. gonzo
    gonzo20-08-2008

    Toevallig zag ik Jan Timman vandaag nog op het station in Arnhem.

  4. dzjwwwh
    dzjwwwh21-08-2008

    Leuk interview, Jan!
    Bedankt!

Geef een reactie

Je moet aangemeld zijn om een reactie te geven.