Nieuw in Mortsel: rapid voor +1850 en -1850 Elo
Voor de zevende keer kan je op zondag 16 september meedoen aan het rapidtoernooi van SK Oude-God in Mortsel (Antwerpen) en dat in een gloednieuwe formule: er wordt in twee groepen gespeeld, met 1850 Elo als scheidingslijn. Het prijzengeld is voor beide groepen gelijk…
Vernieuwing in Mortsel
Na zes jaar ijzersterk en boeiend rapidschaken met vooral spelers boven de 2000 Elo wil Schaakkring Oude-God het een keer anders aanpakken. De 7de editie wordt in twee groepen gespeeld, met 1850 Elo als scheidingslijn. Bovendien is het prijzengeld voor beide groepen gelijk en dat is opvallend.
Niet moeilijk doen
Voorzitter Jan T’Sas legt uit waarom er gekozen is voor een nieuwe formule.
Met deze formule willen we spelers aantrekken die tot nu toe wegbleven van ons toernooi. De voorbije jaren was het niveau van de deelnemers erg hoog. Er deden haast meer spelers boven dan onder de 2000 Elo mee. Als organisator vind je dat natuurlijk prettig, maar het heeft ook zijn schaduwzijden. Zo kregen we van lager gequoteerde schakers te horen dat ze met zo’n hoog niveau vooral nullen kwamen rapen tegen vaak veel sterkere tegenstanders. Daar leren we weinig van, zeiden ze. En leuk vinden ze het evenmin. Bovendien kan ik me voorstellen dat sterke spelers op hun beurt niet zoveel hebben aan een partij tegen een duidelijk zwakkere speler. Daarom pakken we het nu anders aan. – Jan T'Sas
En wat dan met laaggequoteerde schakers die vooral ervaring willen opdoen tegen sterkere tegenstanders?
Die mogen, als ze dat willen, nog altijd meedoen in de A-groep. We gaan daar niet moeilijk over doen. Bovendien maken ze dan nog altijd kans op een ratingprijs. – Jan T'Sas
Mooie erelijst
Vanaf dit jaar krijgt het rapidtoernooi van SK Oude-God dus twee winnaars, één per groep. De erelijst van het toernooi bevat intussen al heel wat mooie namen. Het eerste jaar, in 2005, moesten GM’s Popvic en Dgebuadze enigszins verrassend hun meerdere erkennen in Bart Michiels en Stefan Docx. In 2006 jaar won Docx zelfs het toernooi, voor Cekro en Popovic. Michiels eindigde in 2007 tweede achter Saltaev maar voor Dgedbuadze. In 2008 was Pascal Vandevoort met een recordscore van 8,5/9 de grote triomfator en in 2009 greep Ekrem Cekro de macht. In 2010 streden drie GM’s voor de hoofdprijs, maar enkel Dgebuadze haalde het podium, dat hij bovendien moest delen met Hovhanisian en Sadkowski. Laatstgenoemde miste dat jaar in de laatste ronde de kans om solo het toernooi te winnen, maar vorig jaar lukte het hem dan toch en hield hij Elofavoriet Marc Dutreeuw achter zich.
Jeugdtoernooi
Op zaterdag 15 september organiseert de club op dezelfde locatie zijn 26ste jeugdtoernooi, dat deel uitmaakt van het jeugdcriterium. Aan dit toernooi nemen jaarlijks meer dan honderd kinderen en jongeren deel. Alle info staat op de website van de club.
Interesse? Het Open Rapidtoernooi van SK Oude-God vindt plaats op zondag 16 september (10-18 u.) in zaal ’t Parkske, Edegemsestraat 23 in Mortsel. Deelnemen doe je voor 8 euro (-16 j.: 5 euro). De formule is 9 ronden Zwitsers (15’ KO).
“Zo kregen we van lager gequoteerde schakers te horen dat ze met zo’n hoog niveau vooral nullen kwamen rapen tegen vaak veel sterkere tegenstanders. Daar leren we weinig van, zeiden ze. En leuk vinden ze het evenmin.” zegt genoeg over de leergierigheid van deze schakers. Bovendien zullen ze enkel de nullen krijgen (maar misschien ook niet!) in de begin ronden. Ik vind dit maar flauwe excuses waar het moto “winnen is belangrijker dan mee doen” op zijn plaats is.
Nieto
wat leert de 40jarige huisvader met zijn 1650 elo’s als hij 8x in gemiddeld 20 zetten vh bord gezet wordt? Denk je dat hij zich dan amuseert? Wat leert hij daaruit is dan de andere vraag.
misschien toch bedenken dat in Belgie ook nog volwassenen schaken die geen behoefte hebben aan leren en zich willen amuseren/ontspannen/….
In het buitenland werkt men trouwen al langer met verschillende groepen, met succes overigens.
Soms is het zelfs zo dat de geldprijzen in de lagere groepen hoger liggen als in de hoofdgroep.
LH
Blijkbaar wordt leren als een zeer intensieve en pijnlijke aangelegenheid ervaren. Nogmaals als je tevreden bent met het behalen van overwinningen ongeacht of het een goede partij was of niet mij niet gelaten, dan ga je toch enkel voor het resultaat en dat kan je ook in een grote groep want er zullen wel ratingprijzen te halen zijn. Het is niet dat je na een verliespartij uit het tornooi moet, nee je krijgt een “zwakkere” tegenstander. Trouwens het grootste deel van de schakers die naar tornooien komen ligt tussen de 1000-1800 … na enkele ronden spelen die al tegen elkaar. In bv. Wijk aan Zee wordt dit inderdaad gedaan maar dat is ook een enorm groot tornooi … daar kan ik het nog enigzins van begrijpen maar toch niet voor een spelersaantal van een 1-dags tornooi.
Ik vind het een verrassende keuze om het prijzengeld voor beide groepen gelijk te houden en kan me voorstellen dat de sterke(re) spelers dit minder goed nieuws vinden. Zelf vind ik dit, als -1850, aangenaam nieuws. Ik ben al m’n gezaag over niet-delen van geldprijzen meteen vergeten 🙂 In Barcelona werd er blijkbaar noch gedeeld noch’ Bucholz-bepaald’ maar werd geblitzd om de centen. Natuurlijk nog altijd een stuk eerlijker dan die dekselse Bucholztoestanden.
Gert
je moet naar Benidorm
hoofdprijs is 2500 in de A-groep, 3500 in de B-groep. misschien moeten we zoiets in Mortsel voorstellen, en dat gecombineerd met uitblitzen 🙂
Emanuel: dit is het hem net: in Mortsel kwam het grootste deel van het veld effectief uit een groep met meer dan 2000 elo. De grote groep lagere elos kwam niet. In die zin is dit een erg logische aanpassing om die spelers ook te lokken.
ps De Agroep is trouwens open: de leerders kunnen nog altijd in die groep spelen. Ik begrijp dus niet waarom je hier commentaar op geeft.
@Peter
Lees mijn eerste post nog eens na. Daar geef ik gewoon kritiek op het feit dat “lager gequoteerde” schakers niet veel leren uit partijen met sterkere tegenstanders. Gewoon belachelijk. Van wie ga je het dan leren? Van de tegenstanders waar je wél makkelijk van kan winnen? Téveel schakers berusten zich in het lot dat ze niets meer kunnen bijleren. Spelen = leren. In mijn 2de post heb ik gewoon gereageerd op het feit dat amuseren dan toch veel te maken heeft met winnen. Maar als je wilt winnen moet je er wel iets voor doen. Als er in de -1850 groep een speler van 1200 tegen iemand van 1800 speelt (uitgaande van het feit dat ze dit waard zijn uiteraard) kun je dan ook zeggen dat die spelers zich geamuseerd hebben? Wanneer ik tegen iemand schaak die sterker of zwakker is, dat maakt mij niet veel uit. Er kunnen stellingen op het bord komen die mij pefect interesseren maar soms gaat het dan snel bergaf bij lager gequoteerde spelers maar die schuld kun je moeilijk doorschuiven…
@Emanuel Nieto:
Spelen staat niet steeds voor leren. Als ik met 1.h4 in een blitzpartijtje start dan speel ik puur om te amuseren en niet om iets bij te leren.
Ik vraag mij bovendien ook af of er eigenlijk wel iets serieus te leren valt met een rapidtornooi.
1) Er is geen tijd voor analyses achteraf met je tegenstander
2) Het is zo goed als onmogelijk om de partijen te reconstrueren zonder notatieformulier dus thuis kun je ze evenmin nog grondig bekijken.
3) Het spel is oppervlakkig, vooral gericht rond tactische motieven. Je speelt voornamelijk op intuïtie en er is geen tijd om te graven in een stelling zodat je iets echt kunt leren.
Bijgevolg vind ik het heel logisch dat spelers enkel meespelen in een rapditornooi om zich te amuseren en niet om er iets te leren. Als je dan 80% van de partijen kansloos verliest dan kan ik best begrijpen dat je dit niet meer leuk vindt.
@LH Het ‘Barcelona-systeem’ verdient m.i. navolging. De extra benodigde tijd kan worden gecompenseerd door één ronde minder te spelen. De niet-prijswinnaars kunnen ook meteen naar huis als ze dat willen. Voor de organisatie zijn het minimale overuren. Ik vraag me nu wel af wie die communist is in het SKOG-bestuur 🙂
als ik naar een rapidtornooi ga, is het met de bedoeling om 4,5/9 of 5/9 te halen – mag ook meer zijn, maar liever niet minder, 4/9 zou nog kunnen, maar toch ….
In Zwitserse tornooien is het nu eenmaal zo dat ik in de eerste ronde tegen een 2300 + of zo speel, is dat erg, nee hoor, is zelfs leuk.
Wat ik niet graag heb, is wat mij bij het Open Leuven ooit gebeurde : starten met 1,5/2 en daarna alle ronden erachter aan spelers van 2100 + , twee dat gaat nog, maar nog meer is teveel van het goeie.
Tegenwoordig start ik met 0/2 dat is beter voor mijn tornooi 🙂
(niet de Peter van hierboven trouwens)
Eigenlijk lees ik in de reacties dit keer vooral zever, terwijl niemand erop wijst dat het probleem gewoon verlegd wordt.
Natuurlijk mag iedereen deelnemen aan de toernooien die hij of zij zelf verkiest en natuurlijk is het een goed recht van de organisatoren om een toernooi in twee of meer groepen op te splitsen. Maar hoe je het ook draait of keert: in se blijft het probleem altijd bestaan.
Neem nu dit toernooi van Mortsel. Iemand van 1860 elo zal nu in de A-groep ook voortdurend moeten opboksen tegen sterkere tegenstand, net als de laagste elo’s van de B-groep… Je verdubbelt het probleem dus eigenlijk! (Want kom me niet vertellen dat het voor iemand van 1100 veel verschil maakt of hij tegen 1800 of 2200 speelt, net als het voor iemand van 1800 elo niet veel uitmaakt of hij tegen 2200 of 2400 speelt.)
Iemand van 1840 die een probleem heeft met sterkere tegenstanders zal nu misschien tevreden zijn, maar wat als iemand van 1860 dat niet ziet zitten? Moet die dat toernooi dan maar links laten liggen? Zodat het probleem zich de volgende keer voordoet met spelers van 1900, nadien 1950 etc… Tot er op den duur alleen de top tien of zo overblijft? Tenminste, dat is wat er zou gebeuren wanneer niemand interesse heeft om tot de ‘zwaksten’ van zijn groep te behoren.
Misschien er even op wijzen dat een winnaar van een competitie of toernooi of eloprijs enzovoort… alleen maar écht winnaar kan zijn als er nog andere deelnemers zijn… De basis van sportiviteit, mij dunkt. Maar zoals ik al zei: iedereen moet maar doen wat hij wil.
Zelf ben ik voorstander van een groep, dat is het leukste.