“Het heeft bloed, zweet en tranen gekost, maar het was het waard”
De grootmeestertitel van Bart Michiels is zonder twijfel het (Belgische) nieuws van het moment. Michiels doet nu zelf zijn relaas over zijn lange weg naar de Belgische schaakgeschiedenis…
Bart Michiels vertelt zijn “road to the title”
Michiels kreeg bij zijn terugkomst uit Warschau een hartverwarmend ontvangstcomité: een hele bus schaakfans was naar Zaventem gekomen om hem op te wachten. Na alle euforie heeft de Wetteraar intussen de tijd gehad om alles te laten bezinken. Voor de gelegenheid heeft hij de moeite genomen een uitgebreid artikel te schrijven over zijn ervaringen.
“Op het Europees kampioenschap voor landenteams heb ik mijn derde GM-norm behaald: ik scoorde 6.5 op 9 met een TPR van 2671, wat zelfs een half punt meer is dan nodig voor de norm. Nu ik de grootmeestertitel kan aanvragen, zou ik graag eens terugblikken op mijn zoektocht naar de laatste GM-norm”, zo begint Michiels. Een verhaal van vallen en opstaan, maar uiteindelijk met de grote climax! Aan het woord: de tweede Belgische grootmeester!
Hoe heeft het zo lang kunnen duren?
Om op die vraag te antwoorden, moeten we terugkeren naar september 2010. Ik had net mijn tweede GM-norm gescoord op het Inventi-tornooi in Antwerpen en speelde mee op de Olympiade in het Siberische Khanty-Mansiysk op het eerste bord van de Belgische ploeg. Dat tornooi speelde ik zeer sterk, alleen liet de afwerking het soms wat afweten, zoals in mijn partij tegen Galego, een Portugese GM…
Met mijn laatste zet 43.Re3 had ik natuurlijk ook gezien dat er patmotieven in de stelling kwamen. Maar ik dacht: zwart moet 43…Rh1+ spelen en met 44.Kg3?? staat de zwarte koning niet meer pat. Aan een schaker hoef ik niet uit te leggen welke gedachten er in mij opkwamen toen mijn tegenstander 44…Rg1+ uitvoerde. Na 45.Kf3 Rxg4! probeerde ik nog 46.Re8, maar na een paar zetten werd de remise getekend en kon ik mijn frustratie bekoelen buiten de tornooizaal in de Siberische kou.
Ondanks deze uiterst pijnlijke partij waren mijn normkansen nog niet verschoten. In de laatste partij moest ik winnen van de sterke Kazakse grootmeester Kazhgaleyev. In een partij met wisselende kansen kwam uiteindelijk volgende stelling op bord:
Ik herinner me dat ik oorspronkelijk van plan was om 50…Qd1+ te spelen. Alle varianten winnen geforceerd voor zwart, maar toen ik alles nog eens checkte, raakte ik in verwarring en verdwaalde ik in het variantenbos. Met weinig tijd op de klok speelde ik dan maar een paar doelloze schaakjes, kreeg schrik van de witte vrije g-pion en gaf eeuwig schaak. Terug op de hotelkamer kreeg ik reeds een mail met felicitaties van Valery Maes, mijn secondant. Hij was er helemaal van overtuigd dat ik de diagramstelling wel tot een goed einde zou gebracht hebben…
Ondanks een einde in mineur steeg ik redelijk wat ratingpunten en een paar maanden later bereikte ik voor het eerst de magische grens van 2500. In die periode was ik ervan overtuigd dat de laatste norm wel snel zou komen. Gewoon een kwestie van voldoende tornooien spelen, dan komt het statistisch gezien vanzelf, toch? Dat laatste bleek nogal tegen te vallen, want blijkbaar heb ik een speelstijl die leidt tot vrij stabiele resultaten. Gedurende drie jaar speelde ik 181 partijen in 22 tornooien. Mijn rating bleef rond 2500 zweven, zonder veel uitschieters, naar onder noch naar boven. Die hele periode lang heb ik geen enkele kans meer gehad om voor een GM-norm te spelen. Ofwel liep het al in het begin van het tornooi fout, ofwel ergens in het midden, zoals in de Belgische interclubs van 2011-2012 en 2012-2013.
Na de laatste zet van zwart 22…Rdb6 begon ik te beseffen dat ik me serieus in de problemen had gewerkt. Toch was er nog een elegante manier om het evenwicht te bewaren: 23.b3! Nc3 24.Rxd5! Nxd1 25.Kxd1, waarna wit voldoende compensatie heeft voor de kwaliteit. In plaats daarvan volgde 23.Bxd5 Nxb2 24.Rf1 Na4 25.Be4?! Nc3 26.Rff2 Ra6 27.Rd7?! Rxa3 en uiteindelijk kwam ik verloren te staan. Bah, wat een slechte partij.
Het jaar daarop was ik ook op schema voor een GM-norm, maar kreeg ik volgende mokerslag te verwerken:
Nietsvermoedend van het onheil dat me te wachten stond, verzette ik mijn toren van d8 naar e8: 20…Re8??. Na 21.Ne6! stuikt de zwarte stelling volledig in elkaar.
Na deze partij zou ik nooit durven dromen hebben dat ik dit jaar nog een norm zou scoren. Niet dat ik de hoop al had opgegeven, integendeel, ik bleef ervan overtuigd dat ik ooit wel eens grootmeester zou worden. Maar ik had me erbij neergelegd dat het niet voor binnenkort zou zijn.
Waarom is dit tornooi wel gelukt?
Eigenlijk kan ik geen goede reden opgeven waarom ik dit tornooi wel een GM-norm heb gescoord. Vermoedelijk een combinatie van goed spelen, af en toe meeval hebben en vooral geen tegenslag te verduren krijgen. Zowel in ronde 1, 2, 3 als 4 kon ik niet klagen over het resultaat van de partij en had ik evengoed 1 op 4 kunnen hebben – weliswaar in het allerslechtste geval – in plaats van de 3 op 4 die ik scoorde.
Gedurende bijna de volledige partij had ik de overhand, maar in de diagramstelling wist ik niet goed wat ik zou doen als wit afwacht en paardzetten speelt. De witte koning is net op tijd om tegenspel te creëren, bijvoorbeeld: 64.Nb2 Kc3 65.Na4+ Kb4 66.Nb2 a4 67.Nxa4 Kxa4 68.Ke3 Kb5 69.Kd4 Kc6 70.Ke5 Nf5 71.Kf6 Nh4 72.f5 gxf5 73.g6 Nxg6 74.Kxf5 en remise. Allebei hadden we nog maar weinig tijd op de klok (weliswaar met een increment) en er volgde 64.Kf2? Ke4 65.Kg3 Nf5+ 66.Kg4 Ne3+ 67.Kg3 Nd5 68.Nc5+ Kf5 69.Nb7 a5 70.Nd6+ Ke6 71.Nc4 Ne7 72.Kf3 Nf5 73.Kg4 Nd6 74.Na3 Kd5 75.Kf3 Kd4 76.Nb1 Kd3 77.Na3 Kc3 78.Ke3 Kb2 0-1. De aandachtige lezer zal trouwens opmerken dat wit in de partij ook nog een paar keer goeie remisekansen liet liggen. Is dit geluk of eerder de tegenstander die in een moeilijke situatie kraakt onder de druk? Ik ben geneigd het tweede te denken, maar het zou je maar overkomen dat je tegenstander de juiste verdediging vindt.
In een vreemde Benoni-partij stond ik eerst beter, maar langzamerhand was de controle mij aan het ontglippen. Na 32.Qc3? had ik, en blijkbaar ook mijn tegenstander, enkel gekeken naar 32…Rxd4?, waarna zwart niet meer dan eeuwig schaak heeft. De partij ging verder met 33.Qxd4 Re1+ 34.Rxe1 Qxe1+ 35.Bf1 Qg3+ 36.Bg2 Qe1+ 37.Bf1 Ne3 38.Qd3 Qg3+ 39.Kh1 Qf3+ 40.Kg1 Qg3+ 41.Kh1 Qxf4+ 42.Rxd7 Qh4+ 43.Kg1 Qg3+ 44.Kh1 Qh4+ 45.Kg1 Qg3+ remise. Hier ben ik goed weggekomen, want 32…Qh5! is helemaal gewonnen voor zwart.
Nu wil ik niet de indruk geven dat ik mijn norm heb gehaald enkel en alleen door geluk. In de eerste plaats vind ik dat ik goed heb gespeeld, bijvoorbeeld in de ronde 6 tegen een 14-jarige IM uit Noorwegen.
Dit eindspel is fantastisch voor wit want zwart is volledig verlamd door de zwakke pion op c7. 29.Rc6 Nb8 30.R6c3 Nd7 Voilà, de toren staat iets beter op de derde rij en zo heb ik ook eens aan mijn tegenstander duidelijk gemaakt wie er de baas is in deze stelling. 31.e4 Nb6 32.g4 h6 33.f3 Na onmiddellijk 33.Nf1 vond ik 33…d5 vervelend. 33…f6 34.Nf1 Kd7 35.Ne3 c6 36.f4 Rbc7 37.Kf3 Rustig wat ruimte winnen en alles klaarzetten om op een gepast moment tot actie over te gaan. Mijn tegenstander besliste om niet bij de pakken te blijven zitten, maar daardoor werd mijn voordeel enkel maar groter. 37…g5 38.f5 e5 39.dxe5 fxe5 40.Ke2 d5 41.Rc5 Kd6 42.Ra5 Rd8 43.Ra6 Rb8 44.exd5 cxd5 45.Rxb6 1-0.
Na deze winstpartij was de norm en de GM-titel bijna binnen, want ik had slechts een norm over 8 ronden nodig. Afhankelijk van de elotegenstand had ik ofwel een halfje ofwel één punt op twee partijen nodig. Omdat ik nog nooit in zo’n gunstige situatie was geweest, was ik zeer gestresseerd, vraag maar aan de andere leden van de Belgische delegatie. Met twee soepele remises behaalde ik de norm met een half punt overscore! En het sprookje was nog niet gedaan, want mijn eerste partij als grootmeester won ik met een mooie mataanval.
Een typisch geval van wederzijdse aanval bij tegengestelde rokades, met het verschil dat wit eigenlijk geen aanval heeft. 25…g6 De jongens komen eraan! 26.axb7+ Kxb7 27.hxg6 Nce7 Op dit moment had ik de pointe later in de partij gezien en ik had moeite om mijn enthousiasme te verbergen toen mijn tegenstander er recht naartoe ging. 28.Ng2? Qxh3 29.Qxh3 Rxh3 30.gxf7? Nh4! De pointe! Trouwens, zeer sympathiek van mijn tegenstander om mij de schaakmat te laten uitvoeren. 31.fxg8=Q Nf3#. De eindstelling vind ik een echt pareltje en verdient dan ook een diagram.
Met het behalen van mijn laatste norm en de grootmeestertitel gaat er een kinderdroom in vervulling. Sinds ik Belgisch jeugdkampioen bij de -10-jarigen werd, wou ik grootmeester worden. Het heeft bloed, zweet en tranen gekost, maar het was het waard!
Mooi, eerlijk, vlot en knap geschreven verhaal!
Nogmaals een dikke proficiat!
Goed gedaan, Bart!
Welverdiende GM titel!
Net zoals ik van veel van zijn partijen heb genoten, was ook dit artikel van zijn hand heel aangenaam om te lezen. Bovendien is dit het soort schaakcommentaren dat ik momenteel verkies. Informatie zonder de schaakstukken hoeven boven te halen. Benieuwd wat Bart nu als nieuwe uitdagingsdoelstelling voor ogen heeft.
Heel interessant artikel. Nog eens proficiat, Bart!
Gefeliciteerd, Bart!
Mooie prestatie in Warschau, boeiende partijen en hopelijk een voorteken voor nog meer successen.
Zelfs een artikel op sporza.be !!!!! Zouden ze het dan toch als sport aanzien?????
Allereerst wil ik Bart natuurlijk hartelijk feliciteren met zijn glansprestatie. Persoonlijk was ik het meest onder de indruk van zijn remise tegen Baadur Jobava (toch een sub-wereltopper die oa. Carlsen 2x versloeg). Niet omdat die partij noodzakelijk zijn beste was die hij dit toernooi speelde, maar omdat we daar een belangrijk element van Barts stijl aan het werk zagen. Zelfs in een onaangenaam eindspelletje, onder grote druk toont hij zich een uitstekend en taai verdediger. Dat is een kwaliteit die slechts heel weinig spelers bezitten. Zelfs meer ervaren grootmeesters zie je dit type eindspel regelmatig verliezen. Ik doe hier uiteraard tekort aan Barts overige (schaak)kwaliteiten, maar taaiheid van karakter in de verdediging is een belangrijk onderdeel van wat een goede speler een uitstekende speler maakt. Uiteindelijk vallen halfjes in de toernooitabel en in de perceptie minder op, maar op het einde van het toernooi blijken het toch zeer valabele punten.
Proficiat, Bart! Je mag terecht een beetje beginnen zweven bij deze prestatie, maar ik verwacht in de toekomst nog mooie dingen van jou.
Klasse hoe Bart ook zijn mindere momenten durft naar voren te brengen. Hoe dan ook, nogmaals gefeliciteerd met de prachttitel
@Bas Noorman : ik denk dat (voor zover ik Bart ken) dit wel in zijn karakter ligt : bescheidenheid is hem niet vreemd 🙂 En het is ook goed om het relativeringsvermogen erbij te houden – soms gaat het fantastisch, soms wat minder.
In elk geval, ook van mij, Bart : je mag enorm trots zijn op je titel en prestaties, zowel in het schaken als in de studies 🙂